De verkopen bij de grote 3 in de VS zitten in de lift. Maar niet alle auto's worden door Amerikanen gebouwd....

Vandaag begint de Technishow voor de Amerikanen: de IMTS. De hele week lang zijn de hallen van McGormick Place in Chicago gevuld met machines, gereedschappen en softwaretools voor de metaalindustrie.  Die investeert weer: vergeleken met vorig jaar liggen de investeringen in machines en gereedschappen in de VS 8,8 procent hoger. Daar zal het team van president Obama blij mee zijn, want ook het aantal banen groeit weer.

 

Economische motor
En extra banen heeft Obama nodig om herkozen te worden en hebben de Amerikanen nodig om de economische motor weer op gang te brengen. Deze motor draait in de VS net als in Europa voor een aanzienlijk deel op de automobielindustrie. Die is – althans GM en Chrysler – enkele jaren geleden gered door de Amerikaanse belastingbetaler.

Industriebanen nodig
Volgens de Amerikaan die vrijdag naast me in het vliegtuig naar Chicago zat, heeft Obama dit goed aangepakt. Hij heeft met overheids- en vakbondsgeld GM gered, beseffend dat industrie nodig is voor economisch herstel. “Want aan wie moeten we nog service verlenen als er geen bedrijven meer zijn die iets produceren”, vroeg de gepensioneerde jurist zich hardop af. Bovendien: servicejobs verdienen een pak minder dan banen in de industrie.

Middenklasse
So far so good, zou je denken. Nou, niet helemaal volgens mijn Amerikaanse medereiziger. Met name GM heeft fors gesneden in de organisatie. Hele fabrieken zijn gesloten. En de arbeidsvoorwaarden voor nieuwe medewerkers zijn versoberd. Die verdienen nu een pak minder dan hun collega die hetzelfde werk doet maar al voor de crisis op de loonlijst stond. Daar wringt de pijn volgens deze Amerikaan. De vakbonden hebben in de jaren vijftig en zestig de Amerikaanse middenklasse helpen zich te ontwikkelen. “En dat bepaalde de welvaart”, aldus mijn metgezel van London tot Chicago. Die middenklasse komt met nieuwe servicejobs helemaal niet terug, maar zal ook nog erg lang over een comeback doen zolang de grote industriegiganten in Amerika hun personeel minder betalen dan voor de crisis.

Reshoring
Daarom is hoe je het ook wendt of keert, een sterke maakindustrie nodig. Dat besefte twee jaar geleden Harry Moser, de baas van AgieCharmilles in de VS, als geen ander. Hij heeft toen op de IMTS 2010 het initiatief genomen om tot reshoring van industriebanen te komen. Moser wil dat de Amerikaanse bedrijven werk uit lage lonen lande terug halen omdat ze volgens hem, als ze eerlijke rekenen, in hun thuisland goedkoper uit zijn dan in een lage lonen land. Of op zijn minst niet de gigawinsten uit offshoring behalen die ze denken in de boeken te kunnen zetten. En reshoring is nodig om de economie er bovenop te helpen.  Deze week maakt Moser een eerste balans op van dit Reshoring Initiative. Benieuwd hoe de vlag er bij hangt. De eerste geluiden stemmen hoopvol.

Pin It on Pinterest