De trage Europese economie baart de Europese gereedschapmachinebouwers steeds meer zorgen. De machinebouw als geheel wordt steeds afhankelijker van de export naar buiten Europa, wat de kleinere machinebouwers die het van de Europese markt moeten hebben, fors raakt. De innovatiecirkel dreigt bovendien verbroken te worden.

[quote style=”boxed” float=”right”]CECIMO: marges onder druk, kleine fabrikanten hard geraakt[/quote] Dat zegt de Europese koepelorganisatie van de werktuigmachinebouwers, CECIMO. Deze week hebben de lidorganisaties van CECIMO, waaronder de Nederlandse Vimag, hun algemene vergadering gehouden in Villasimius (Sardinië). Na een 6 procent groei van de totale Europese productie, rekenen de machinebouwers voor dit jaar op een stailisatie. Dankzij de forse groei van het aantal orders eind 2012, zal de sector nog een omzet boeken van 22,5 miljard euro, lichtjes meer dan verleden jaar.

 

Machinebouwers, zoals hier de productie bij Agie Charmilles in Losone, leunen steeds sterker op de export naar buiten Europa.
Machinebouwers, zoals hier de productie bij Agie Charmilles in Losone, leunen steeds sterker op de export naar buiten Europa.

Zuid-Europa: alles exporteren
Onderliggend laten de cijfers een ander beeld zien dat je op het eerste gezicht verwacht. Ze tekenen de slechte situatie van de Europese economie. De machinebouwindustrie wordt steeds meer afhankelijk van de export naar buiten Europa. Verleden jaar was dat goed voor 18,8 miljard euro, een groei van 9 procent terwijl de Europese consumptie met 2 procent daalde. Met name fabrikanten in de Zuid Europese landen zijn praktisch volledig afhankelijk geworden van de export. Deze trend baart de fabrikanten zorgen. Exportactiviteiten vergen doorgaans hogere kosten, waardoor het groeiend exportsucces dus ten koste gaat van de winstgevendheid. Over-afhankelijkheid van de export zorgt voor extra druk op de winstmarges.

Innovatiecyclus bedreigt
Veel erger is echter, zegt Martin Kapp, president van de CECIMO, dat een slechte binnenlandse markt tot een breuk van de vitale link tussen leveranciers en hun traditionele klanten leidt. “Dat verstoort de innovatiecyclus. Innovatie in de machine-industrie is een sterk eco-systeem waarin producenten zeer nauw samenwerken met hun klanten. Met name kleinere en middelgrote bedrijven, die de motor van de innovatie zijn en erg leunen op de Europese markt, worden het meest geraakt.” Daarom is herstel van de groei van de Europese consumptie van werktuigmachines essentieel om veilig te stellen dat toekomstige innovaties ook uit Europa komen.

Terwijl de kredieteisen strenger worden (groene lijn) daalt het aantal kredieten (blauwe lijn). Met een vertraging van 6 maanden heeft dat effect op de orderintake (rode lijn, die al dalend is).  (bron: CECIMO)
Terwijl de kredieteisen strenger worden (groene lijn) daalt het aantal kredieten (blauwe lijn). Met een vertraging van 6 maanden heeft dat effect op de orderintake (rode lijn, die al dalend is). (bron: CECIMO)

Slechte toegang tot kredieten
Een van de belangrijkste redenen voor de achterblijvende Europese vraag, is volgens CECIMO de slechte toegang tot kredietfaciliteiten waar metaalbewerkers last van hebben. Met name kleinere en middelgrote bedrijven worden door de financiële instellingen buiten gesloten. Dit geldt ook voor kleinere machinebouwers, die moeilijk nog kredietlijnen kunnen openen omdat ze door de financiële instellingen worden buitengesloten vanwege het cyclische karakter van de markt. Dit in combinatie met economische onzekerheid, zet de sector onder druk. Als je bedenkt dat de totale productie dit jaar ongeveer op het niveau van 2012 zal blijven, terwijl de binnenlandse markt daalt, is het duidelijk dat het exportaandeel verder toeneemt. CECIMO is blij met de aandacht die de Europese Commissie besteedt aan de gereedschapmachineindustrie in haar laatste berichten over de industriepolitiek. Een nieuwe task force advanced manufacturing gaat maatregelen onderzoeken om de maakindustrie te faciliteren geavanceerde productietechnologieën te implementeren in de industrie.

Nederlandse markt?
De exacte situatie van de Nederlandse markt blijft vooralsnog onduidelijk. Afgelopen week zei Christoph Miller, directeur EMO Hannover bij de VDW (de Duitse vereniging van gereedschapmachinefabrikanten) nog dat de import in Nederland afgelopen jaar sterk is gedaald tot 358 miljoen euro. Deze cijfers zijn echter altijd met een korreltje zout te nemen, omdat Nederland vaak wordt gebruikt als doorvoerhaven voor machines die dan meetellen in de statistieken van de VDW. Een paar grote orders die via Antwerpen of Hamburg worden verscheept kunnen het cijfer sterk beïnvloeden. Het Nederlandse verbruik daalde volgens Miller vorig jaar met 5 procent tot 275 miljoen euro.
De FPT / VIMAG heeft over de eerste maanden van dit jaar nog geen cijfers bekend gemaakt.

Meer informatie
CECIMO
FPT / VIMAG 

 

Pin It on Pinterest