De Europese productie van werktuigmachines lijkt zich te stabiliseren. De verslechterde gang van zaken in de opkomende markten wordt gecompenseerd door de toenemende vraag uit Europa zelf. De Europese machinebouwers hebben echter last van de strubbelingen met Rusland en de onzekerheid over 2015, wat de industrie voorzichtig maakt.

Sector groeit in 2014 minimaal, met dank aan gestegen binnenlandse vraag

 

Het productiecijfer dat CECIMO na afloop van de algemene vergadering bekend heeft gemaakt, oogt op het eerste gezicht robuust. Dit jaar produceren de fabrikanten van gereedschapmachines in Europa voor zo’n 22,8 miljard euro aan machines en diensten. 100 miljoen euro meer dan een jaar geleden. Daarmee houden de CECIMO-leden het marktaandeel van 38 procent in de wereldmarkt in stand. Onder het oppervlak tekenen zich echter duidelijk rimpelingen af in het groeiverhaal van de voorbije jaren.

 

Russische markt
Dat de machine-industrie nog een klein beetje groei realiseert, is vooral te danken aan het optimisme in de eerste maanden van het jaar toen de Europese klanten volop bestelden. Hierdoor groeit het verbruik binnen Europa dit jaar met 7 procent tot 13,4 miljard euro. Dat compenseert voor een belangrijk deel de slechte gang van zaken in opkomende landen. Zo heeft de branche veel last van de handelsboycot van Rusland. Frank Brinken, voorzitter van het economisch comité van CECIMO: “De verkopen in Rusland zijn fors gedaald door de opgelegde Europese sancties, Een langdurige stilstand van de handel kan onherstelbare schade toebrengen aan de lange termijn handelsbetrekkingen tussen de Europese machinebouwindustrie en Russische klanten.” Rusland is de derde grootste afzetmarkt buiten Europa. Russische bedrijven blijven machines kopen. Nu ze die door de sancties niet langer in Europa kunnen bestellen, wijken ze uit naar de CECIMO-concurrentie in Japan, Taiwan, Korea en Brazilië. Dat steekt de Europese fabrikanten.

 

Russische klanten blijven machines kopen. Mogen ze dat niet in Europa door de handelssancties, dan wijken ze uit naar onder andere Japan, stelt CECIMO.
Russische klanten blijven machines kopen. Mogen ze dat niet in Europa door de handelssancties, dan wijken ze uit naar onder andere Japan, stelt CECIMO.

 

Voorzichtigheid troef
De afgelopen drie jaren is de export de grootste aanjager voor de sector geweest. Het groeipotentieel is echter gedaald door de wereldwijde economische afkoeling. En de onzekerheid over 2015 maakt de Europese klanten momenteel voorzichtig. De bestellingen uit de Europese landen nemen dan ook af in de laatste kwartalen, meldt het economische comité van CECIMO. Wel weten de Europese spelers nog iets beter te presteren op de thuismarkt dan de concurrentie van buiten Europa. Want terwijl de Europese fabrikanten hun afzet dit jaar in Europa zien groeien met 7 procent, nemen de importen slechts toe met 5 procent. Daarmee draagt de machinebouwindustrie bij aan een positief handelsoverschot.

 

In oktober 2015 vindt in Milaan de EMO plaats: is de exportmotor van de Europese machine-industrie dan weer op gang gekomen?
In oktober 2015 vindt in Milaan de EMO plaats: is de exportmotor van de Europese machine-industrie dan weer op gang gekomen?

 

Europees investeringsplan: een kans?
De organisatie, waarvan het hoofdkantoor in Brussel staat, is wel blij met het plan van de Europese Commissie om een investeringsfonds van 315 miljard euro te creëren. CECIMO heeft de afgelopen maanden al herhaaldelijk gewezen op het negatieve investeringsklimaat in Europa en het effect daarvan op de concurrentiepositie van de Europese maakindustrie op lange termijn. “Grootschalige investeringen in de infrastructuur kunnen helpen aantrekkelijke condities te creëren voor een competitieve maakindustrie in Europa. Toegenomen economische activiteit schept nieuwe kansen voor het midden- en kleinbedrijf in stimuleert innovatie”, aldus Filip Geerts, directeur generaal van CECIMO. Hij roept wel de politiek op ervoor te zorgen dat het mkb toegang krijgt tot meer kapitaal en bankgaranties voor nieuwe investeringen. Ten tweede moeten de investeringen gericht zijn op het versterken van de Europese infrastructuur voor onderzoek en innovatie in geavanceerde productietechnieken. En ten derde pleit hij voor substantiële investeringen in opleiding en training, om de gap tussen de vaardigheden die de industrie vraagt en die beschikbaar is, te dichten.

Pin It on Pinterest