Siemens

Nederlandse machinebouwers verwachten niet dat de digitalisering die zich onder de vlag van smart industry voltrekt, hun markten gaat ontwrichten. Wat Spotify, Uber en AirBnB hebben gedaan in respectievelijk de muziekindustrie, de taxibranche en de toeristensector, zal in de machinewereld niet snel gebeuren. Machinebouwers zijn dan ook amper bezig met nieuwe verdienmodellen, zoals pay-per-use. Dat blijkt uit een benchmark van Siemens PLM Software.

 

Siemens benchmark toont aan dat merendeel nog ver af is van digitale transformatie

De benchmark onder bijna 600 medewerkers van machinebouwbedrijven in Nederland schetst eigenlijk het beeld dat smart industry, oftewel Industrie 4.0, niet hoog op de agenda van de bedrijven staat. Veel machinebouwers scoren relatief laag als het gaat om de digitale transformatie en de business innovatie. Patrick Fokke, industry sales director Benelux bij Siemens Industry Software, zegt: “Ze hebben nog een lange weg te gaan in de digitale transitie naar een Smart Industry.”

 

Productinnovatie en kostenverlaging

De aandacht gaat momenteel vooral uit naar productinnovatie en kostenverlaging. Wat dit laatste betreft, denken ze de meeste winst te boeken op het vlak van productie engineering (47%) en productieplanning (42%). Verkorten van de time-to-market is een ander punt dat op de agenda staat. Daarvoor willen ze een versnelling in het leven van onderdelen. Uit de benchmark van Siemens blijkt echter dat de helft van de bedrijven nog geen strategie voor achterwaartse ketenintegratie heeft. Machinebouwers zetten vooral in op modularisatie en het verbeteren van de samenwerking tussen de bedrijfsonderdelen.

Worden machinebouwers straks overvallen door ontwikkelingen?

Opvallend is dat de meeste bedrijven amper bezig zijn niet nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen. Smart industry en het werken met data biedt juist daar kansen voor. Innovatie met een sterke inzet op technologie brengt vraag en aanbod sneller en transparanter bij elkaar. Dat ontwricht veel markten. Denk aan Uber, Spotify, Netflix en AirBnB. De machinebouwers denken echter niet dat het zo’n vaart gaat lopen in hun sector. Ze ontwikkelen maar mondjesmaat nieuwe verdienmodellen waarbij bezit verschuift naar gebruik. Denk hierbij aan het beschikbaar stellen van machines as-a-service op basis van pay-per-use. Het overgrote deel kiest nog voor traditionele verkoop (90%) of leasing (17%). Slechts 1 procent ziet in nieuwe financiersmodellen die aansluiten bij pay per use kansen. 29% ziet echter wel een verschuiving bij hun klanten in de zin dat die het bezig minder belangrijk gaan vinden dan het gebruik. Kanttekening hierbij is dat de toepassing van smart devices en het Internet of Things nog in de kinderschoenen staat. Momenteel ziet 44 procent van de machinebouwers geen ontwrichtingen in de markt, maar opvallend is dat een kwart hierover geen uitspraak kan doen. Deze groep wordt straks mogelijk overvallen door de ontwikkelingen, zo staat in het onderzoeksrapport te lezen.

 

Ze zien zichzelf als koploper

De samenstellers van het rapport zijn kritisch over hoe de Nederlandse machinebouwers over zichtzelf denken. In de benchmark geeft 36% van de bedrijven aan zichzelf te beschouwen als innovator en early adopter als het om nieuwe technologie en innovatie gaat. Nog eens 30% ziet zichzelf als early majority: als een nieuwe technologie zich bewezen heeft, zitten ze in de eerste grote groep die deze gaat gebruiken. Samen vindt dus twee derde van de machinebouwers dat ze deel uitmaken van de kopgroep. “Het is duidelijk dat de beoordeling van het adoptievermogen niet volledig strookt met de prioriteit die men op directie- en managementniveau geeft aan de digitale transformatie”, zo staat vervolgens in het Siemens rapport.

 

Smart industry technologie scoort laag

Qua digitale transformatie boeken ze vooral vooruitgang in de traditionele automatisering. Robotica en smart sensors staat bovenaan. Kunstmatige intelligentie en machine learning scoren laag in het rijtje technologische ontwikkelingen die het meeste invloed hebben op de toekomstige bedrijfsvoering. Virtual en Augmented Reality scoren nog lager. “Vooral machinebouwers die in niches opereren, hebben geen behoefte aan kennis in nieuwe disciplines. Hun hardware is de dominante factor en ze menen dat meer digitale intelligentie in machines weinig meerwaarde zal bieden. Dat baseren ze vooral op de specificaties waar klanten”, concluderen de onderzoekers. Op de stelling Wij zijn over 5 jaar volledig getransformeerd tot technologiebedrijf waar mechanica slechts een bouwsteen is, antwoordt slechts 7% het hier mee eens te zijn. Een overweldigende meerderheid van 93% is het niet eens met deze stelling. Wel zeggen bedrijven in een toelichting te verwachten dat het belang van software groter zal worden.

 

 

Nog stappen te maken

Patrick Fokke, industry sales director Benelux bij Siemens Industry Software, zegt: “Het valt op dat driekwart van de organisaties zich rekent tot de voorhoede in de adoptie van nieuwe technologie. Echte koplopers zijn horizontaal georganiseerd in multidisciplinaire teams in plaats van in gescheiden afdelingen. Ze beschikken over een geïntegreerd IT-landschap waardoor iedereen beschikt over alle informatie. En ze richten zich meer op assemblage dan op productie, onder meer door achterwaartse ketenintegratie. Kortom, de meeste machinebouwers hebben nog stappen te maken op al deze gebieden. Ze hebben nog een lange weg te gaan in de digitale transitie naar een Smart Industry.”

Hier kun je het rapport downloaden

In het Jaarboek Verspanen 2018 dat half april verschijnt, kun je een uitgebreid interview lezen met Freek Marks, head Digital Factory bij Siemens Nederland over hoe smart industry volgens hem de industrie gaat veranderen.

 

Pin It on Pinterest