IMTS 2018: méér dan de revival van de Amerikaanse maakindustrie

De IMTS in Chicago is hard op weg alle records te verpulveren. Peter Eelman, vice president bij AMT, zei zondagmiddag al dat naast een record aantal deelnemers en een record aantal meters beursvloer, ook het bezoekersrecord eraan gaat. De maakindustrie in de VS is hard op weg terug te komen, mede dankzij de digitalisering. Gaat Noord-Amerika deze slag winnen van Europa?

Haalt Amerikaanse industrie de Europese in dankzij digitalisering?

Ik ben benieuwd hoe de digitalisering komende week op de AMB in Stuttgart vorm krijgt. Ik vrees echter niet zoals in Chicago. Terwijl de Duitse machinebouwers al een jaar druk bezig zijn een standaard voor een communicatie interface te bepalen, zijn ze in Noord-Amerika (en ook Azië) al volop bezig met het ontwikkelen van de toepassingen voor MTConnect.

In deze cel communiceren alle systemen via MTConnect. Momenteel wordt open source software ontwikkeld die de communicatie naar een hoger niveau tilt doordat machines elkaar commando’s kunnen geven. 

MTConnect: dé standaard bestaat al

MTConnect is een communicatiestandaard voor de machine-industrie. AMT, de koepelorganisatie voor de CNC-wereld in de VS, heeft jaren geleden het initiatief genomen zo’n standaard te ontwikkelen. Op de IMTS staan er weinig machines die er niet mee zijn uitgerust. In het Emerging Technology Paviljoen demontreert men een productiecel bestaande uit een Hurco freesmachine, een CMM van Hexagon en een robot van Universal Robotics. Een in ontwikkeling zijnde open source programma zorgt ervoor dat alle apparaten met elkaar signalen kunnen uitwisselen zonder dat er specifieke programmering nodig is. Bijvoorbeeld: als de CMM afwijkingen constateert die op gereedschapbreuk duiden, wordt via de bovenliggende software een signaal aan de machine gegeven om het gereedschap te wisselen. De Amerikanen willen deze open source software binnen enkele jaren als standaard in de markt zetten, waarna iedereen via API’s zijn eigen oplossingen kan ontwikkelen.

Europa moet nog een jaar wachten op de presentatie van Allting, de nieuwe digitaliseringsdochter van Sandvik.

Allting: Europa moet nog een jaar wachten

Nog een voorbeeld hoe Amerika de digitalisering omarmt. Allting, het nieuwe bedrijf van Sandvik Group (en niet Sandvik Coromant) heeft voor de IMTS gekozen als beurs waar het bedrijf gelanceerd wordt. Europa moet nog een jaar wachten, tot de EMO 2019, zegt Jenny Hörnlund, directeur sales and marketing. Dat betekent overigens niet dat Europese bedrijven zolang moeten wachten om de diensten te gebruiken, zoals muFab en Prism. Allting heeft echter voor de VS gekozen om de diensten uit te rollen omdat men met één verkooporganisatie die alles in één taal doet sneller kan groeien dan in Europa, waar alles vertaald moet worden en je in elk land een lokale organisatie moet opzetten. En wat ook een rol speelt is dat de Amerikaanse bedrijven veel meer open staan voor cloud toepassingen. Juist voor het mkb-maakbedrijf zijn de producten van Allting interessant, zoals het programmeren van een 3-assige machine via een receptenboek op je iPad.

Snelle acceptatie digitalisering geeft Amerikaanse maakindustrie vleugels

Intensieve samenwerking

In de VS werken de machinebouwers goed samen. Het mooiste voorbeeld hiervan is deze week te zien op de stand van Hyundai Wia en DMG Mori. Samen met Makino en Okuma zitten ze in een project van het DMDII instituut in Chicago om de toepassing va de digitale tweeling verder door te ontwikkelen. Niet alleen de informatie over het model en de opspanning, ook over het complete proces zit in dit model opgeslagen. Voor de productiedefinitie gebruikt men de laatste STEP versie, dat de basis vormt voor PMI. Via MTConnect kan men het proces realtime streamen, zodat bijvoorbeeld een vliegtuigbouwer kan meekijken wat er in de productie gebeurt. Wat je met zo’n digitale tweeling kunt, tonen de twee machinebouwers. Een vliegtuigonderdeel – Boeing zit eveneens in het project net als Airbus – wordt op de IMTS zowel op een 5-asser van Hyundai-Wia als DMG Mori bewerkt. Operatie 10 en 20 gebeuren op de Hyundai Wia, operatie 30 en 40 op de DMG Mori waarbij de digitale tweeling het uitgangspunt is. De meetgegevens worden in het QIF-formaat naar de cloud gestuurd. De twee bedrijven demonstreren deze case later dit jaar ook op de Jimtof in Japan. Bestaat er een beter bewijs dat de Japanse machinebouwers de MTConnect standaard als de standaard erkennen?

Het vliegtuigonderdeel dat ‘s ochtends op de Hyundai Wia machine is bewerkt, wordt ‘s middags verder afgewerkt op de DMG Mori 5-asser gebruikmakend van de digital twin.

A die in a day

Nog een voorbeeld van samenwerking. Het Oak Ridge National Laboratory laat op de IMTS zien dat je met een slimme combinatie van additive manufacturing en CNC frezen binnen een dag een vormgereedschap kunt maken. Lincoln 3D print het gereedschap op een van de nieuwe Wire-Arc AM machines, Mazak bewerkt het na en aan het eind van de dag zou je de productie van plaatwerkdelen kunnen starten. Lonnie Love, groepsleider Automation Robotics en Manufacturing, denkt dat 3D printen voor een gelijk speelveld in de wereld gaat zorgen. “3D printen haalt de noodzaak weg om productie te verschuiven naar lage lonen landen. Als we in de VS binnen een dag een gereeschap maken, besteed je geen productie meer uit naar China. Hierdoor gaat het straks echt om creativiteit. Dat wordt de beslissende factor.”

Whirlpool kan binnen een dag deze plaatdelen persen doordat dankzij 3D metaalprinten en CNC frezen de gereedschappen in een dag klaar zijn.

IMTS: de enige wereldbeurs die groeit?

Het is enorm druk op de beurs. Peter Eelman zei zondagmiddag meer dan 125.000 bezoekers te verwachten. Dat zijn er dan 10.000 meer dan twee jaar geleden. Zet dat af tegen de cijfers van de EMO en vooral dan de teruggang van de Duitse bezoekers bij die beurs. Maken is weer hot in de VS. Angus Taylor, CEO van Hexagon in de VS, merkte gisteren op dat hij zich niet kan herinneren dat de maakindustrie het ooit zo druk heeft gehad. En hij loopt al een jaar of 25 mee in deze sector. Problemen zijn er ook. Net als in Europa hebben bedrijven vooral moeite met het vinden van vakmensen en het interesseren van jongeren voor de techniek. Precies op dit punt ziet de maakindustrie de kansen die digitalisering biedt. De sector blijft niet hangen in sensibiliseringscampagnes maar begrijpt dat je jongeren tools moet aanreiken waarmee de nieuwe generatie gewend is te werken.

De Amerikaanse maakindustrie heeft het drukker dan ooit. Het merendeel van de machines op de beurs wordt vanuit Chicago naar klanten verscheept. Een logistieke nachtmerrie, aldus Peter Eelman van AMT. Maar wel waar het de exposanten om te doen is.

Makino demonstreet Athena spraakbediening op de a61nx.

Achterstand snel inhalen

Allting doet dat bijvoorbeeld met het programmeren via de iPad. De kennis die nu bij de oudere generatie vakmensen zit wordt gebundeld in een cloudgebaseerd systeem. Athena is een ander voorbeeld. Makino is naast OKK een van de exposanten die de spraakbediening van de CNC machine demonstreert. Dit zijn de oplossingen waarmee je jongeren enthousiast maakt voor de maakindustrie. Dat heeft de AMT goed gezien. En de Amerikaanse verspaners zijn vooral gefocussed op oplossingen. Het hoe achter die oplossing laten ze aan de knappe kopen over. De Amerikaanse maakindustrie komt vanuit een diep dal en had een enorm grote achterstand op Europa. Als ze dit innovatietempo volhoudt, is die achterstand snel goedgemaakt. En dan?

Ask Athena: het voorbeeld hoe de VS de achterstand op Europa razendsnel inhalen en veranderen in een voorsprong.