De 3D geprinte waaier voor een gascompressor.

Nu de hype van additive manufacturing voorbij is, zijn de bedrijven aan zet. Ze moeten de toepassingen zoeken. De Nederlandse industrie moet echter niet te lang op subsidiepotjes van de overheid blijven wachten, vindt Menko Eisma, directeur van Trumpf Nederland. Anders krijgen we straks als BV Nederland de rekening gepresenteerd.


De directeur van Trumpf Nederland zegt dit in interview met 3D Print magazine. Daarin blikt hij alvast vooruit naar de 3D activiteiten op de TechniShow en ESEF 2020.

Niet altijd eerst naar subsidie kijken

Wat Menko Eisma betreft is het woord nu aan de maakbedrijven zelf. Bedrijven zijn nu aan de beurt om de toepassingen te zoeken. Daarvoor is redesign noodzakelijk. “En daar lopen we in Nederland tegen het probleem aan dat we een toeleveringsland zijn. De markt wordt grotendeels gestuurd door anderen.” Hij vindt dat de OEM’ers samen met de toonaangevende partijen in de maakindustrie de technologie moeten omarmen en hierin moeten investeren. “In Nederland kijken we tegenwoordig echter eerst naar de subsidiepot. Maar de overheid moet niet altijd de kar hoeven te trekken. Er moet veel meer vanuit de markt gevraagd worden.”

Hij zegt ook dat niet alleen de verspanende industrie naar 3D metaalprinten moet kijken, maar ook de plaatwerkindustrie.

Lees verder op 3D Print magazine

Pin It on Pinterest