De EU-lidstaten moeten volgende maand harde afspraken maken dat tegen 2020 daadwerkelijk 20 procent van het bruto nationaal product van de landen uit de industrie komt. Dat zegt Cecimo in een reactie op het plan For a European Industrial Renaissance, gepresenteerd door de Europese Commissie. Met dit plan wint het industriebeleid in Europa aan geloofwaardigheid, zegt Cecimo-president Filip Geerts. “Maar van een industriële opleving is nog geen sprake.”

[quote float=”right”]Aandeel industrie in BNP opnieuw gedaald[/quote]

De koepelorganisatie van fabrikanten van gereedschapsmachines constateert namelijk dat deze Europese sector de klappen van de crisis in 2008/2009 nog niet te boven is. Nog altijd ligt het verbruik van gereedschapmachines in Europa zo’n 30 procent onder het niveau van voor de crisis. Dat is een teken dat een aantal fabrieken zijn verdwenen en anderen investeringen in nieuwe machines hebben uitgesteld. Deze zijn volgens de koepelorganisatie wel noodzakelijk om productiviteitswinst te boeken.

Investeringen

Cecimo bestempelt investeringen in geavanceerde productietechnologie als de thermometer die de conditie van Europese patiënt aangeeft. Filip Geerts, directeur-generaal: “Meer dan ooit is het nu noodzakelijk te investeren in de maakindustrie als Europa serieus werk wil maken van het betalen van de her-industrialisatie doelen.” Het zegt dat de logische stap nu moet zijn dat de lidstaten veel meer systematisch hun vorderingen op dit vak gaan monitoren en nationale maatregelen benchmarken.

Sleutelrol voor productietechnologie

Hij is wel blij dat de Europese Commissie nogmaals de sleutelrol voor geavanceerde productietechnologie bevestigt. “Onze industrietak heeft de voorbije twee jaren een fenomenale exportprestatie geleverd buiten Europa en zo bijgedragen aan de industrialisatie wereldwijd. Maar er moet ook meer gedaan worden om de nieuwe productietechnologie naar de industriële gebruikers ervan in Europa te brengen.”

Europa: verbruik CNC-gereedschapmachines 30 procent onder niveau 2008

De economische groei in Europa moet komen uit de industrie. Tot dat inzicht is Brussel inmiddels gekomen. Vorige week heeft de Europese Commissie – bij monde van Eurocommissaris Tajani – gezegd dat de Europese Unie tegen 2020 zo’n 20 procent van het BNP uit de industrie moet halen. Afgelopen jaar bedroeg dit aandeel 15,1 procent, vergeleken met 15,4 procent in 2008. Ondanks dat sommige sectoren het heel goed doen, loopt de Europese productiviteit in de industrie achter bij de belangrijkste concurrenten. Door hoge energieprijzen, te geringe interne vraag en de regelgeving verliest Europa aantrekkingskracht voor nieuwe investeringen. De Europese Commissie wil dit aanpakken door het investeringsklimaat te verbeteren en strategische sectoren in de industrie, die sector overschrijdend de concurrentiekracht versterken, meer te ondersteunen.

Nederland

In Nederland heeft FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bleumink positief gereageerd op de Europese plannen. “De verdienkracht van Europa ligt in een sterke, innoverende en exporterende industrie.” Zij pleit er voor om meer Europese gelden te investeren in innovatie dan in landbouw, wat nu gebeurt. Voor financiering van innovatie moet er in Europa een gelijk speelveld komen. FPT-Vimga voorzitter Richard Boske pleitte onlangs bij de presentatie van de Techni-Show 2014 ook voor maatregelen die bedrijven gemakkelijker toegang bieden tot financiële middelen voor investeringen.

 

Pin It on Pinterest