De Nederlandse maakindustrie profiteert van de amper gestegen loonkosten, hogere productiviteit en de 10 tot 30 procent lagere kosten voor energie vergeleken met omringende landen. Dat is een van de conclusies uit de lopende studie van de Boston Consulting Group onder de titel The Shifting Economics of Global Manufacturing.

 

Industrielanden als Italië en Frankrijk grote verliezers

De Boston Consulting Group is bezig met een diepgaand onderzoek naar de globale verschuivingen in de maakindustrie. De perceptie van low cost en high cost landen klopt niet meer, concludeerden de onderzoekers eerder al dit jaar toen de eerste resultaten naar buiten kwamen.

 

Shifting economics
De winnaars en verliezers volgens de Boston Consulting Group (Afbeelding: BCG)

 

Ondertussen zijn er meer details bekend gemaakt. De Boston Consulting vergelijkt 25 industrielanden met elkaar in de periode 2004-2014. De kosten voor arbeid, energie, de productiviteit. Lage lonen landen zoals China en Rusland hebben hun positie vooral verspeeld door sterk gestegen kosten voor energie en arbeid. Ter vergelijking: in 2004 koste een uur productie gemiddeld (aangepast voor productiviteit) in China $4,35 tegenover $17,54 in de VS. Vandaag de dag kost een productie-uur in China gemiddeld $12,47 aan loonkosten, tegenover in de VS $22,32. De kosten voor elektriciteit zijn in China met 66 procent gestegen, die voor gas met 138 procent. De stijging van de gasprijzen is aan de industrie in de VS voorbij gegaan: daar profiteert de industrie van de winning van schaliegas.

 

Europese vergelijking
Kijken de onderzoekers naar Europa, dan zien ze dat in België de productiekosten gemiddeld met 7 procent zijn gestegen in 10 jaar tijd (opnieuw in vergelijking met de VS); in Zweden met 8 procent en in Frankrijk, Italië en Zwitserland met 10 procent. Dat komt voor een deel door de hogere energieprijzen, sterkere stijging van de lonen ten op zichte van die in de VS maar ook doordat de productiviteit in deze landen onvoldoende groeit. Neem Italië: in tien jaar tijd is de productie per werknemer met 6 procent afgenomen. In buurland Oostenrijk steeg de productie in diezelfde periode met niet minder dan 24 procent. In Frankrijk, met een stagnerende economie, is de productiviteitsgroei 14 procent lager dan in de VS.

 

De totale vergelijking tussen de landen (illustratie BCG).
De totale vergelijking tussen de landen (illustratie BCG).

Nederland: productiviteit stijgt meer dan loonkosten

Nederland steekt er gunstig tegen af, concludeerde de Boston Consulting Group eerder dit jaar ook al. Aangepast voor de productiviteit daalden hier de loonkosten in de periode 2004-2014. De lonen in de industrie stegen jaarlijks slechts 1,7 procent, terwijl de productiviteit met gemiddeld 2 procent groeide. Per saldo is de Nederlandse industrie het afgelopen decennium dus goedkoper geworden. In Nederland betalen de bedrijven bovendien 10 tot 30 procent minder voor gas dan in de omringende landen.

 

VS: kosten op Oost-Europees niveau
Volgende week vindt in Chicago de IMTS plaats. Koninklijke Metaalunie organiseert samen met het Nederlandse consulaat in Chicago een mogelijkheid voor Nederlandse bedrijven om zich te presenteren op deze grootste metaalbewerkingsbeurs in Noord Amerika. De maakindustrie in de VS groeit namelijk als kool. En wie het onderzoek van de Boston Consulting Group doorspit, ontdekt waarom dat is. De gemiddelde overall kosten voor de industrie liggen in de VS momenteel 24 procentpunt lager dan die in Frankrijk, 21 procentpunt lager dan in Duitsland, 11 procentpunt lager dan in Japan De Amerikanen zijn zelfs goedkoper dan het Verenigd Koninkrijk, dat momenteel in Europa een van de goedkoopste landen is om te produceren. Sinds een jaar, schrijven de onderzoekers, zitten de VS op hetzelfde kostenniveau als de Oost Europese landen. Amerika profiteert vooral van de lage loonkosten en energiekosten.

 

Decentraal produceren
De slotconclusie van het onderzoek is een aardige. De tijd dat inkopers puur kostengedreven te werk gaan, is voorbij. Kijk veel meer naar de markten waarin je opereert en naar de productiemogelijkheden, adviseren de onderzoekers. En heroverweeg je businessmodel. Het one size fits all model voor alle processen en materialen is passé. Misschien moet je wel meer met lokaal beschikbare materialen gaan werken; gebruik meer robottechnologie en 3D-printen, nu kapitaal goedkoper is dan arbeid. Eigenlijk pleiten de onderzoekers voor decentrale productie, dichterbij de klanten.

Een uitgebreide samenvatting van het onderzoek kun je hier lezen.

 

Pin It on Pinterest