Het Europese machinepark veroudert. Sinds de opleving van de investeringen in 2010, dalen de investering relatief gezien jaar op jaar. Het continent zit in een neerwaartse spiraal van lage investeringen, lage productiviteit, lage toegevoegde waarde en lage winstgevendheid. Dat bedreigt de concurrentiekracht. De politiek moet, vindt CECIMO, daarom een beleid gaan voeren dat investeren stimuleert en financiële drempels voor het industrieel MKB wegneemt.

CECIMO pleit voor Europees actieplan om investeringen in machines te stimuleren

De Europese koepelorganisatie voor werktuigmachinebouwers roept de Europese politieke leiders op een actieplan te maken dat een einde maakt aan de factoren die momenteel het investeringsklimaat negatief beïnvloeden. Jean Camille Uring, president van CECIMO, heeft deze oproep gedaan tijdens de 10e European Manufacturing Strategies Summit, een evenement waaraan meer dan 200 kopstukken uit de Europese industrie hebben meegedaan. Volgens Uring voelen de Europese maakbedrijven de druk om over te stappen naar geautomatiseerde, flexibele en zeer efficiënte productiesystemen om daarmee de internationale concurrentie aan te kunnen. “Maar de daarvoor benodigde investeringen in kapitaalsgoederen worden afgeremd door economische onzekerheid, een laag ondernemersvertrouwen en moeilijke toegang tot kapitaal, met name voor het midden- en kleinbedrijf.”

Cecimo-investeringen

Deze grafiek toont hoe na de diepe val van de investeringen in 2008 en het sterke herstel in 2009 en 2010, de laatste jaren de investeringen als percentage van het BNP continu afnemen.

 

Machinepark veroudert
De effecten van de slepende crisis in Europa beginnen zich af te tekenen in het machinepark, zo blijkt uit een discussiestuk dat CECIMO op de bijeenkomst presenteerde. Uitgedrukt in een percentage van het bruto nationaal product, investeert de Europese maakindustrie aanzienlijk minder dan voor de crisis. In 2007 werd 21,1% van het BNP geïnvesteerd, in juni vorig jaar lag dat percentage op 17,5%. De investeringen in werktuigmachines ligt in de EU-landen nog steeds 30% onder het niveau van voor de crisis, aldus een studie van RolandBerger waar Uring naar verwijst. Het gevolg hiervan: het machinepark veroudert. In Frankrijk is de gemiddelde leeftijd toegenomen van 17,4 naar 19 jaar tussen 2008 en 2013. Zelfs in Duitsland steeg de leeftijd van het machinepark van 18,2 naar 19,1 jaar. Schattingen geven aan dat in Italië dezelfde trend zich aftekent. Dat is relatief oud. Een conventionele werktuigmachine heeft een levensduur van 18 jaar, een CNC-machine van 10 jaar. “De Europese industrie loopt dus achter op de concurrentie met het implementeren van nieuwe productiemiddelen”, schrijft CECIMO in de notitie. Dat blijkt volgens de organisatie onder andere uit de robotdichtheid. In Zuid Korea zijn er op elke 10.000 medewerkers in de industrie 396 robots. In Japan 332. In Duitsland 273. Het gemiddelde ligt in Europa op 80. Automatisering en nieuwe productietechnologie zijn evenwel nodig om meer complexe producten te maken en meer waarde toe te voegen.

 

cecimo
Jean-Camille Uring is de nieuwe president van CECIMO.

Concurrentiekracht holt uit
Tegelijkertijd verliest de Europese industrie hierdoor de kracht om het hoge loonkostenniveau te compenseren. Ook in R&D-uitgaven begint de Europese industrie achter te raken op de concurrentie uit de rest van de wereld. Voor de vergelijking van de kosten voor de maakindustrie verwijzen de machinebouwers naar een recente studie van de Boston Consulting Group, waaruit blijkt dat met name de VS dankzij de schaliegasrevolutie qua kostenniveau nu op een gelijk niveau staat met China. Zelfs landen als Polen en Tsjechië hebben hogere kosten. CECIMO waarschuwt in het rapport dat onder de huidige omstandigheden een deel van de Europese supply chain gedwongen kan worden te delokaliseren naar goedkopere productieomgevingen. Als dat sleutelindustrieën zijn, kan de rekening voor Europa hoog uitvallen. Want dan is de kans reëel dat ook essentiële kennis en vaardigheden verdwijnen. Recente onderzoeken wijzen namelijk uit dat er een sterke link bestaat tussen innovatie en productielocaties.

 

Incrementele innovatie stimuleren
Daarom moet voor de Europese politiek de hoogste prioriteit zijn om met name het industriële midden- en kleinbedrijf te ondersteunen het productieapparaat op te waarderen. Automatisering, flexibele productie en mass-customization: dat zijn de thema’s waarin de bedrijven moeten investeren. Innovatie in het productieproces is de allesbepalende factor geworden om concurrentiekracht op lage lonen landen te winnen. De machinebouwers verwijzen naar technologische ontwikkelingen, zoals Industrie 4.0, additive manufacturing die de industrie drastisch kunnen gaan wijzigen. Die technologieën moeten op tijd omarmd worden om niet de boot te missen. Daarom moet de investeringen naar een hoger peil worden gebracht. CECIMO benadrukt dat de politiek ook aandacht moet hebben voor de zogenaamde incrementele innovatie en niet alleen de doorbraakinnovaties waarmee starters vaak bezig zijn. Advanced manufacturing moet als drijfveer voor globale concurrentiekracht bovenaan de politieke agenda van Europa komen te staan.

 

De Europese maakbedrijven moeten meer investeren in onder andere automatisering om concurrerend te blijven. Op de foto een robotsysteem van Robojob bij een Mazak bewerkingscentrum.
De Europese maakbedrijven moeten meer investeren in onder andere automatisering om concurrerend te blijven. Op de foto een robotsysteem van Robojob bij een Mazak bewerkingscentrum.

 

Investeringen door het mkb stimuleren
Jean Camil Uring roept daarom de nieuwe Europese Commissie op de implementatie van geavanceerde productietechnologie hoog op de agenda te zetten en met een actieplan te komen. verder pleit hij voor een onderzoek naar het investeringsgedrag van industriële bedrijven en een forum op te richten om de investeringsbelemmeringen te bespreken en oplossingen te bedenken die deze belemmeringen kunnen wegnemen, Ook wijst hij op het ongelijke speelveld binnen Europa, doordat industrieën in bepaalde landen moeilijker kunnen investeren door macro-economische factoren en beleid van een land. Dat beschadigt volgens CECIMO op lange termijn de economie van die landen.

Meer informatie
CECIMO

Pin It on Pinterest