IMTS 2016: Amerikaanse maakindustrie back in business

Als de IMTS 2016 in Chicago iets duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel dat de Amerikaanse maakindustrie back in business is. Dat wordt wel een andersoortige maakindustrie. Drie thema’s domineren deze week op de grootste Amerikaanse technologiebeurs voor de metaalindustrie: Industrie 4.0 oftewel Industrial Internet of Things, 3D printen en composieten.

Smart industry, 3D printen en composieten

OK, de beurs duurt nog tot en met zaterdag. De Nederlandse maakbedrijven die samen met de Metaalunie de stap naar Chicago hebben gezet gaan nog officieel evalueren. Maar duidelijk is dat de Metaalunie terecht twee jaar geleden op deze trein is gesprongen. Manufacturing in de VS groeit weer. Meer dan 113.000 geregistreerde deelnemers vrijdagochtend. Blije gezichten ook bij de Nederlandse deelnemers. “Afwachten hoe gemeend de reacties zijn, maar de interesse is er zeker”, aldus Willem Scherpenzeel, een va de Nederlandse deelnemers. Van de week bleek oud Indy 500 kampioen Arie Luyendyk nog steeds een publiekstrekker te zijn. Hij gaf dinsdag meerdere presentaties op het Holland High Tech paviljoen. Zijn belangrijkste boodschap: succes komt door teamwork. “In de racewereld net als in het bedrijfsleven.” En het Reshoring Initiative van Hary Moser presenteerde cijfers dat de uitstroom van de industrie is gestopt. Er is zelfs lichte groei van het aantal industriebanen merkbaar.

Smart industry zeer dominant op de IMTS

Wat in Chicago opvalt, is dat alle machinebouwers en gereedschapfabrikanten het thema smart industry omarmen. Hier spreken ze over Industrial Internet of Things. Okuma promoot onder andere het Predix platform van GE. GE heeft dit IIoT platform al enkele jaren in gebruik om de eigen productie (50 miljard dollar jaarlijks) efficiënter te maken. De gigant stelt Predix nu open voor alle maakbedrijven. Niet alleen voor Okuma machines. Want dat hebben de machinebouwers wel in de gaten: openheid is een belangrijk gegeven. In de VS gebruiken ondertussen alle machinebouwers – ook de Japanse – de door de AMT ontwikkelde MTConnect communicatiestandaard, waardoor iedereen de kans krijgt mee te doen. Okuma gaat vanaf eind dit jaar wereldwijd alle machines standaard voorzien van MTConnect.

Coro+ kottergereedschap en smartphone

Ook de gereedschapfabrikanten zetten in op smart industry. Walter gaf donderdag een interessante presentatie over de nieuwe digitale tools die beschikbaar zijn en nog komen. Zo kan de datamatrixcode op de gereedschappen gebruikt worden om alle voorinstellingen direct in te machine in te lezen door enkel de code te scannen. AppCom wordt het Walter platform om méér te gaan doen met data uit de machines. Sandvik Coromant heeft Coro Plus gelanceerd. Dit is een compleet digitaal platform, dat bijvoorbeeld het instellen van een kotter gereedschap mogelijk maakt via de smartphone. Onderdeel is ook het monitoren van de machines: draaien ze, waarom staan ze stil, wat is de resterende standtijd van elk gereedschap? Sandvik gaat heel diep met dit systeem.

Cryogene koeling breekt door

Cryogene koeling is een ander onderwerp, dat met name interessant is voor de vele Amerikaanse toeleveranciers aan de vliegtuigindustrie. Meerdere machinebouwers integreren het cryogene koelsysteem van 5ME. Mazak toont het onder andere op een Integrex machine. De belangrijkste voordelen volgens de Amerikanen: langere standtijden van de gereedschappen, hogere productiviteit en je werkt groener, cryogene koeling is minder milieubelastend. Ook Okuma biedt het systeem van 5ME aan.

Composieten 3D printen

Composieten zijn een ander thema. Dit moet wel gezien worden in combinatie met het thema 3D printen. De Amerikaanse machinebouwer Cincinnati presenteerde op de IMTS 2016 onderzoeksresultaten van een project dat samen met Oak Ridge National Laboratory is uitgevoerd. Twee jaar geleden printten beide bedrijven samen nog de Strati op de IMTS, de auto. Ze hebben deze printtechnologie verder ontwikkeld. Geprint wordt met vezelversterkte kunststoffen, ofwel met koolstof of glasvezels. Door een speciale coating op de geprinte matrijs van meer dan 10 meter lengte aan te brengen, kunnen ze al meer dan 30 composieten onderdelen met de matrijs maken. Voordelen: de kostprijs van de matrijs is een kwart miljoen dollar, vergeleken met 2 miljoen voor de huidige matrijzen. En de doorlooptijd is teruggebracht van een jaar naar een tot twee weken!

Veel nieuwe 3D metaalprinters

Ook op het vlak van metaalprinten is er veel te zien in Chicago. Mitsui Seiki presenteert er een nieuwe hybridemachine. Kuka laat samen met MWes het prototype zien van een 3D printcel die werkt met MIG-lasdraad. Mazak toont op de IMTS een heel nieuwe hybridemachine, namelijk de 500 AM. Deze is gebaseerd op 5-assig bewerkingscentrum. DMG Mori gaat net de andere kant op. De huidige Lasertec 65 3D is gebaseerd op een DMU 5-asser, in Chicago heeft het bedrijf de komst van een 3D metaalprinter op basis van de NLX-draaifreescentrum aangekondigd. De eerste machine is al gebouwd, maar wordt nog niet getoond. En het Japanse Sodick scoort naar eigen zeggen goed met de nieuwe hybridemachine, speciaal ontwikkeld voor de stempel- en matrijzenindustrie. De 3D geprinte componenten worden direct nabewerkt.

Daarmee wordt volgens Jeff Christian, CEO van Phoenix Deventures, het vonken volledig overbodig gemaakt. Phoenix Deventures zit in de medische toelevering en heeft al een andere 3D metaalprinter. “Na het printen is er echter altijd nog een vonkbewerking nodig voor de nauwkeurigheid, Bij de Sodick machine komen de onderdelen direct klant en klaar van de machine af, wat doorlooptijd scheelt.”

In het 3D print magazine van oktober verschijnt een artikel over Phoenix. En over de IMTS berichten we uitgebreid in het digimagazine.

Hermle freest de American Eagle in Chicago.