De koplopers in de verspaning zijn afgelopen jaar iets verder uitgelopen op de rest van de markt. Ze wisten hun omzetgroei constant te houden: 18,2%, tegen 9,1% gemiddeld voor de sector. Waar de sector als geheel het winstpercentage zag afnemen, hielden de koplopers dit vrijwel constant. Dat blijkt uit de Benchmark Verspanen 2017.

 

Benchmark Verspanen 2017: hoe verdient de sector geld?

Opnieuw hebben Koninklijke Metaalunie, het online vakblad Made-in-Europe en Jaarbeurs / ESEF de verspanende industrie in Nederland langs de meetlat gelegd. Gisteren werden de resultaten gepresenteerd tijdens een paneldiscussie bij Jatec / Wilting in Leerdam. Een aantal verspaners, vertegenwoordigers van Koninklijke Metaalunie én het opleidingsfonds voor de metaal OOM gingen met elkaar in discussie over de uitkomsten.

UPDATE: lees hier de online versie van het Jaarboek Verspanen met daarin de resultaten van de Benchmark Verspanen 2017

 

De panelleden, van links naar rechts Michiel Jansen, Ton van de Broek, Dirk Dona en Jan Kusters.

 

Winst koplopers: 11,4%

Uit de benchmark blijkt dat de koplopers (bovengemiddelde omzet- en margegroei in 2015 en 2016) afgelopen jaar een marge (winst voor belastingen) hebben behaald van 11,4% (11,5% een jaar eerder). De totale sector zag het winstpercentage afnemen naar 6% (was 6,6%). Jan Kusters (Kusters Precision Parts) is niet verrast dat de koplopers beter in staat zijn de marge op peil te houden. “Koplopers hebben het geld om te investeren en nog betere systemen te kopen. Wat goed loopt gaat steeds beter lopen.” De vraag die gisteren aan de orde kwam, was of 6% marge voldoende is. Dirk Dona van Bakker FM denkt dat je af en toe een veel hogere marge moet halen om voldoende vet op de botten te krijgen. Volgens Ton van de Broek van Kusters Goumans speelt ook de focus een rol. Koplopers richten zich op specifieke markten en specialiseren zich daarin. “Dan kun je goed zijn en geld verdienen. De kleine toeleverancier die alles wil, heeft niet de middelen om te investeren in verbeteringen.”

 

Weinig aandacht voor scholing

 

Laag aantal spindeluren
De spindels staan echter vaak stil, blijkt uit de resultaten van de Benchmark Verspanen. Bij 39% van de bedrijven draaien de spindels slechts 20 – 40 uur per week per machine. Bij 15% draaien de spindels zelfs minder dan 20 uur in de week. Zij frezen wel beduidend meer onbemand. Van de koplopers freest 11% 24/7. Zo’n 17% frees meer dan 200 uur onbemand in de week (alle machines bij elkaar geteld). Een kwart van het totaal freest echter helemaal niet onbemand. 54% doet niet aan robotbelading. Automatisering staat echter hoog op het investeringslijstje bij veel bedrijven. Ton van de Broek van Kusters Goumans vindt dat bedrijven eerst hun processen helemaal op orde moeten hebben, dan pas zouden ze moeten automatiseren. “Als je je proces niet voor elkaar hebt, dan kom je op die 30 spindeluren uit. Investeren in automatisering zonder voorbereiding is zonde van het geld.” Dirk Dona denkt dat het rendement eveneens omhoog kan door in een vroeg stadium met de klant rond de tafel te gaan zitten, zoals Bakker FM doet. Dan bespreekt men de maakbaarheid van de werkstukken. “Een klein detail kan de efficiency sterk afremmen.” Een bijzonder gegeven uit de Benchmark Verspanen 2017 is dat slechts de helft van de bedrijven die aangeven vooral in grote series te zitten, meer dan 80 spindeluren per week per machine haalt. Rob van der Werff, adviseur bij Koninklijke Metaalunie: “Bedrijven maken te weinig gebruik van de mogelijkheid om met bedrijfstijdverlenging (bijvoorbeeld verschoven uren) de machines méér uren op een dag te laten draaien en zo meer rendement uit de machines te halen.”

Investeer in ontwikkeling medewerkers

Net als vorig jaar blijken de verspanende bedrijven weinig aandacht te hebben voor scholing van hun medewerkers. Gemiddeld besteedt 56% van de bedrijven minder dan een dag aan scholing per medewerker per jaar. Tegelijkertijd zegt wel 79% dat ze moeilijker aan goede vakmensen komen. Michiel Jansen van opleidingsfonds OOM zegt dat de bedrijven veel meer moeten investeren in de doorontwikkeling van hun huidige medewerkers. “Opvallend dat 80% zegt dat het lastig is nieuwe vakmensen te vinden. Als we langer met de huidige medewerkers moeten doorwerken, moeten we zorgen dat deze bekwaam blijven. Er moet echt personeelsbeleid komen gericht op de ontwikkeling van medewerkers.” Dat kan de krapte op de arbeidsmarkt verlichten. Ton van den Broek vindt dat oudere medewerkers veel meer vrijgemaakt moeten worden om kennis over te dragen aan de jongere generatie. “CAM programmeren kennen de jongeren wel, maar de juiste strategie leren ze juist van de oudere werknemers. Oudere medewerkers die nieuwe medewerkers begeleiden is van onschatbare waarde.”

De volledige Benchmark Verspanen 2017 is opgenomen in het Jaarboek Verspanen 2017 dat komende week in een oplage van 5200 exemplaren wordt verspreid. Online kan de benchmark op deze speciale landingspagina van Maakindustrie.nl worden gedownload.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2 gedachten over “Benchmark Verspanen 2017: koplopers in verspaning lopen verder uit

Reacties zijn gesloten.

Pin It on Pinterest