De verschuiving van CAD-, CAM- en PLM-software richting de cloud zit in een stroomversnelling. Deze ontwikkeling vergroot het belang van een compleet ecosysteem. “Dat heeft Autodesk goed gezien met de ontwikkeling van Fusion 360 tot een totaalpakket”, zegt Theo Baltus, Project Manager bij Cadac Group. Deze trend opent nieuwe mogelijkheden voor gebruikers, maar dwingt tegelijkertijd resellers hun strategie te wijzigen.


Autodesk heeft met Fusion 360 zes jaar geleden een beweging in gang gezet die de markt voor engineering software ingrijpend verandert. Fusion 360 is er alleen in de cloudversie, altijd in een complete versie met modules voor generative design tot en met simulaties, CAM-programmeren en online samenwerken aan designs én op abonnementsbasis. Per maand of per jaar. Voor veel CNC-machines zijn zelfs standaard post-processoren in de CAM-software inbegrepen. “Specifieke functies ontwikkelen we nog steeds in huis, maar voor de meeste CNC-bedrijven zijn de standaard CAM-processoren voldoende”, zegt Frank Smets, die als Manager Digital Fabrication bij Cadac Group aan de slag is gegaan. “Autodesk breekt hiermee de markt echt open.”

Frank Smets (l) met Theo Baltus in het Digital Fabrication Lab van Cadac.

Lagere instapdrempel

Theo Baltus durft de voorspelling aan dat als Fusion 360 zich in het huidige tempo blijft ontwikkelen, het platform Inventor zal inhalen qua aantal gebruikers wereldwijd. Engineering software in de cloud verlaagt namelijk de instapdrempel. Niet alleen omdat de (kostbare) eeuwigdurende licentie en het onderhoudscontract vervangen worden door een simpel maandabonnement, ook omdat de eisen aan de hardware veel lager liggen. “Ontwerpdata staan in de cloud, daar zijn ook alle connecties; lokaal draait alleen het deel van de applicatie dat toegang heeft tot de grafische kaart. Een normale PC volstaat.” Omdat de kern van Fusion 360 in de cloud draait, kan Autodesk eenvoudig updates en nieuwe functies uitrollen, iets dat vrijwel wekelijks gebeurt.

Integratie van CAM-software

CAD, CAM en PLM in de cloud verlaagt de instapdrempel

De interesse van maakbedrijven voor CADCAM groeit. Frank Smets schrijft dit mede toe aan de uitrol van Model Based Definition (MBD) waarmee in de Benelux onder andere ASML is gestart. Daarnaast groeit het besef bij maakbedrijven dat er een verbeterslag gemaakt kan worden door minder aan de machine te programmeren. “60 tot 70 procent van het werk wordt nu nog aan de CNC-machines geprogrammeerd. Voor bedrijven die overstappen naar de digitale wereld, ligt er een groot potentieel; ook om de jonge generatie aan zich te binden. Die is niet bang voor computers maar vindt het juist leuk om vanuit een model iets tastbaars te maken. Maakbedrijven die nog geen CAM-software hebben, kunnen makkelijk instappen”, zegt Frank Smets. Sinds Autodesk in 2014 CAM-ontwikkelaar Delcam heeft overgenomen, wordt steeds meer typische freestechnologie geïntegreerd in Fusion 360. “Powermill en Featurecam zijn er nog steeds als zelfstandig pakket; dat zal ook zo blijven. Autodesk heeft echter al de eerste stappen gezet om functionaliteiten van Powermill en Featurecam uit te rollen naar Fusion.” Daaronder vallen ook freesstrategieën, automatisch featureherkenning voor boren, tappen en automatische gereedschapskeuze, 3D modellen van gereedschappen et cetera. Ook simulatie van het freesprogramma – binnen CAM, dus niet met NC-code – zit in de software geïntegreerd. Momenteel onderzoekt Cadac de mogelijkheid om geavanceerdere post-processoren eveneens in een abonnementsvorm te gaan aanbieden. De cloud biedt daarnaast de mogelijkheid om samen aan een product te werken, bijvoorbeeld als er vanuit de productie nog aanpassingen nodig zijn. “Je hebt meteen een complete datastructuur, waarbij de frezer en ook de klant toegang kunnen krijgen.”

Autodesk integreert freestechnologie van het vroegere Delcam in Fusion 360, zoals simulatie van 3+2 assig frezen.

Additive manufacturing simulatie

Autodesk zet met Fusion 360 ook in op nieuwe technologie, zoals generative design, waarbij de algoritmen op basis van een aantal uitgangspunten een optimaal ontwerp berekenen. De integratie in de software is zodanig, legt Theo Baltus uit, dat bij generatief design de beschikbare maaktechnologie, bijvoorbeeld 2.5D frezen en 3D printen, wordt meegenomen. Sinds kort kan ook gieten worden meegenomen als maaktechnologie voor een product. Sommige simulaties zijn gratis, andere kunnen gekocht worden met cloud credits in Fusion 360. Theo Baltus geeft als voorbeeld een simulatie van de belastbaarheid van een design op basis van een specifiek materiaal. Het generatief tot stand gekomen ontwerp wordt dan in de cloud voor een bepaald materiaal doorberekend om zeker te zijn dat het product de belastingen aan kan. Theo Baltus: “De berekening gebeurt in de cloud, dus zonder dat je PC belast wordt. Het resultaat komt terug in een viewer.”

De mechanische constructie van een machine wordt misschien ooit volledig gegenereerd door de algoritmen; maar hoe slim de machine is, dat bepaalt de engineer

Theo Baltus, Cadac

Generative design als ideeëngenerator

Wat betekent deze ontwikkeling voor de rol van de design engineer, met name als het gebruik van generative design gaat toenemen? Theo Baltus geeft wel eens gastcolleges op hogescholen. Zodra hij het onderwerp generative design aansnijdt, ziet hij hoe de studenten onrustig op hun stoel beginnen te schuiven. Onterecht, vindt hij. “Zie het als een ideeëngenerator. Generative design heeft betrekking op slechts een deel van de constructie. De engineer houdt zich bezig met de integratie van verschillende productiemethoden en elektronica, waarmee onderdelen en machines slimmer worden. De mechanische constructie van een machine wordt misschien ooit volledig gegenereerd door de algoritmen; maar hoe slim de machine is, dat bepaalt de engineer die steeds meer van mechanisch richting software opschuift.” De engineer zal de voorstellen van de algoritmen gebruiken om ze verder uit te werken.

In het Digital Fabrication Lab van Cadac is dit hybride robottool ontwikkeld: de combinatie van freesspindel en 3D print kop.

Ander businessmodel voor reseller

De verschuivingen richting cloud en SaaS (Software as a Service), raakt ook de resellers van CADCAM en PLM-software. Cadac heeft daarom al enkele jaren geleden de stap naar de webshop gemaakt. De sterke groei, ook over de landsgrenzen, heeft de onderneming gesterkt in het idee om nog verder te digitaliseren. Naast software, trainingen en diensten worden ook Autodesk consultants en freelancers via het platform aangeboden, inclusief transparantie over de expertise, tarieven, beschikbaarheid en de reviews door bedrijven die de consultants hebben ingehuurd. Theo Baltus: “Als je abonnementen per maand gaat verkopen, gaan de aantallen omhoog maar de marges omlaag. Dan moet je automatiseren. We willen daarom groeien met de diensten. Komende maanden breidt Cadac haar geautomatiseerde trainingsaanbod verder uit. Klanten kunnen niet alleen een klassikale training of bedrijfstrainingen online boeken, maar vanaf nu kunnen zij ook trainingen volledig virtueel bijwonen met een virtuele desktop PC waarop de software draait, verzorgd door echte docenten. In ons klassieke model verzorgen we hele dagen trainingen. Dat splitsen we op in dagdelen.” Deelnemers kunnen dus eerst hun werk doen, dan de training volgen of omgekeerd.  

Kennis en ervaring opdoen

Theo Baltus zei het al: online software kent andere marges, daarom wil Cadac vooral in consultancy groeien. Mede daarom is een eigen Digital Fabrication Lab opgebouwd, waar naast een Haas CNC-freesmachine en een Stratasys Fortus 450 3D printer, ook een robot en een lasersnijder staan. Hier doet men ervaring op met smart industry en digitalisering. Een van de lopende projecten is gericht op toepassen van voorspellend onderhoud bij machines. Daartoe hebben de engineers van Cadac zelf een Big Data Machine gebouwd, een kubus van 30 cm met een elektromotor die afgeremd wordt met een magnetische rem. In totaal zijn er 100 usercases toegepast, vooraf geprogrammeerde scripts die de motor doorloopt. Via sensoren worden tal van zaken gemeten. “We kunnen nu met drie sensorwaarden de temperatuur van de motor juist voorspellen en op basis daarvan de levensduur”, legt Baltus uit Een ander project, waar een student deze zomer op afstudeert, is een Augmented Reality applicatie om via afstand een monteur onderhoudsinstructies te geven. Theo Baltus: “We doen dit om klanten uit te leggen wat Internet of Things, Kunstmatige Intelligentie en Machine Learning voor hen betekenen. En ondertussen leren we zelf zodat we beter met de klanten hierover kunnen praten.”

Pin It on Pinterest