CECIMO ziet groei in productie van machines in 2022 versnellen

Ondanks dat de corona pandemie nog steeds voortwoekert in de wereld en toeleverketens nog altijd onderbrekingen kennen, klonken er op de algemene vergadering van CECIMO optimistische geluiden. Voor 2022 rekenen de machinebouwers op een productiegroei van 15,2 procent. De luchtvaartindustrie en de automotive sector zullen de hoogste groeiratio’s  tonen.

CECIMO baseert deze positieve verwachtingen op de nieuwste data van Oxford Economics. De Britse cijferaars zien dat het economisch herstel in Europa wordt doorgeschoven naar 2022. In Europa zal de machineconsumptie dit jaar met 10,5% groeien. In 2022 versnelt de groei naar 15,2%. Daarmee blijft Europa achter bij de Amerikaanse landen en Azië, waar de niveaus van voor de pandemie dit jaar al worden bereikt. Met een aandeel van 33% in de globale machine-industrie, behouden de CECIMO-landen de leidende positie. In euro’s betekent dit een productie van €22,5 miljard. De export groeit dit jaar met 13%, de import met 12%. Japan, China en Taiwan zijn de belangrijkste landen die machines aan Europa leveren.

CECIMO: Europees herstel schuift door naar volgend jaar

Supplychain problemen houden tot medio 2022 aan

De Europese machinebouwers houden wel een slag om de arm. Factoren de voor onzekerheid zorgen zijn de nieuwe covid19 varianten, nieuwe overheidsmaatregelen om de viruscirculatie te remmen en de onderbrekingen in veel toeleverketens zoals die in de automobielindustrie. Maar ook in andere sectoren die voor de machinebouwers belangrijk zijn, zijn knelpunten in toeleverketens zichtbaar. Het economisch comité van CECIMO houdt er rekening mee dat deze problemen tot medio 2022 zullen aanhouden. Dit kan uiteraard de reguliere bedrijfsactiviteiten verstoren en de totale vraag beïnvloeden. Zoals de voorzitter van CECIMO, Hans-Martin Schneeberger, benadrukt: “De vooruitzichten voor de vraag naar werktuigmachines zullen naar verwachting nog steeds positief zijn en daarom verwachten wij een groeipad naar een productieniveau van 2019.”

E-mobility vraagt aanpassingsvermogen

En dan is er nog de factor e-mobility. Een aantal jaren geleden werd dit door de machinebouwers nog afgedaan als iets dat geen grote impact zou hebben. Inmiddels kijkt de sector tegen een uitdaging op lange termijn aan, zoals Marcus Burton, voorzitter van het Economisch Comité, het uitdrukt. “Het lijdt geen twijfel dat elektrische voertuigen de toekomst zijn en in toenemende mate ondersteund door het overheidsbeleid…” Hoewel we ons ervan bewust zijn dat de overgang zeker van invloed zal zijn op het profiel van de behoefte aan werktuigmachines, verwachten wij dat de algehele dat de vraag sterk zal blijven.” Hij vertrouwt erop dat de producenten flexibel genoeg zijn om zich aan te passen.

Heinz-Jürgen Prokop nieuwe president

Tijdens de algemene  vergadering is Heinz-Jürgen Prokop benoemd tot president van CECIMO voor een periode van twee jaar. Hij volgt hiermee Hans Martin Schneeberger op, die aan het einde van zijn termijn het bestuur van CECIMO verlaat. Heinz Jürgen Prokop heeft een groot deel van zijn carrière bij Trumpf gewerkt, naast managementfuncties bij Fritz Studer en Frigoblock. Hij is daarnaast een aantal jaren voorzitter geweest van de VDW, de Duitse organisatie voor machinebouwers. Prokop noemde de machine-industrie van strategisch belang voor Europa. Verder noemt hij sustainability als een integraal onderdeel van de concurrentiekracht van de machine-industrie. Het is wel belangrijk om de juiste balans te vinden tussen klimaatambities en economische en technologische uitdagingen bij het vertalen van doelstellingen in alomvattende strategieën.

Michael Merkle, CEO van Agathon, is benoemd tot voorzitter van de commissie die zich bezighoudt met communicatie en belangenbehartiging. Hij gaat onder andere lobbyen voor innovatievriendelijke regels die de digitalisering van de industrie versnellen. Marcus Burton, directeur Yamazaki Mazak UK, is voor twee jaar herbenoemd tot voorzitter van het economisch comité.