Thermo Fisher en Rademaker zetten eerste stap naar Model Based Definition

Het gebruik van Model Based Definition begint zijn weg te vinden naar de bredere maakindustrie. Tijdens het MBD Solutions Event is bekend gemaakt dat Thermo Fisher en Rademaker als partner toetreden tot de MBD Meet & Learn Community. Beide OEM’s willen in de toekomst 3D modellen en PMI data gaan gebruiken.

Dat MBD leeft in de hightech maakindustrie bleek tijdens de opening van MBD Solutions Event, onderdeel van 3D Production Days, eens te meer. In een afgeladen lezingenzaal presenteerde Leo Broers (ASML) de twee nieuwe partners van de MBD Meet & Learn community. Thermo Fisher is de Eindhovense producent van elektronenmicroscopen; Rademaker in Culemborg ontwikkelt en bouw industriële bakapparatuur. Beide zijn bezig de slag naar datagestuurde bedrijven te maken. Om niet het wiel opnieuw uit te vinden, treden ze toe tot de community.

Leo Broers (ASML) geen excuus meer niet met MBD te beginnen

Data door de hele fabriek heen sturen

Hiermee krijgt de uitrol van Model Based Definition, waar ASML vier jaar geleden mee is gestart, een verbreding buiten de halfgeleiderindustrie. “We hebben gezien dat we niet meer alleen zijn”, aldus Leo Broers tijdens zijn presentatie op 3D Production Days. De afgelopen jaren zijn niet altijd gemakkelijk geweest, zeker niet voor toeleveranciers. Vaak wordt MBD gezien als de stap naar papierloos werken. Maar het is meer, aldus Broers. “Het grote verschil is dat we digitale data door de hele fabriek heen sturen.” Leo Broers erkent dat de softwaresystemen waarmee maakbedrijven werken nog steeds niet klaar zijn om de data foutloos in te lezen en te verwerken. Het ASML pakket van tegenwoordig, een native 3D file, een STEP file en een JT-file en pdf-document, werkt echter. “Niet voor alle toepassingen, maar bijna altijd kunnen we een oplossing vinden.”

Geen excuus meer

Met name het STEP format biedt nog niet de uitwisselbaarheid die ASML verwacht had. Leo Broers zei tijdens het event niet te weten wanneer dit neutrale formaat wel uitgerijpt is om een goede conversie te maken. Er moet nog doorontwikkeld worden om de kloof tussen CAD en de andere software van maakbedrijven te overbruggen. Er zijn echter voldoende hulpmiddelen om met MBD aan de slag te gaan, zoals de visualisatiesoftware van Kisters waarmee ASML tijdens het event een demonstratie gaf. Een excuus om niet met MBD aan de slag te gaan, is er dan ook niet, aldus de MBD projectmanager van ASML.

Van 24 uur naar 2 uur programmeren

Dat MBD in potentie de automatisering in de maakindustrie in een volgende fase kan brengen, demonstreerden Henk Jorn van TFH Technical Services en James De Villiers van Valkwelding. Voor trailerbouwer Broshuis Holland hebben ze op basis van PTC Creo CAD-software een oplossing ontwikkeld om de lasrobots vergaand geautomatiseerd te programmeren aan de hand van het 3D model en de PMI data. De engineer houdt daarbij de controle over hoe het product gelast wordt. Alle lasinformatie wordt aan het CAD-model toegevoegd. “Hiermee halen we programmeertijd weg bij de programmeur”, aldus James De Villiers. Dat vergt meer tijd in de voorbereiding, maar als je 24 uur offline programmeren terugbrengt tot 2 uur door 3 uur extra in engineering te stoppen, verdien je per saldo nog steeds veel uren programmeerwerk.

Kwaliteit 3D model moet 100% zijn

Dit zijn de voorbeelden waarvoor mkb-toeleveranciers met MBD aan de slag moeten, vindt Leo Broers. Dan volgen daarna wel de andere voordelen van MBD, zodra de data uit het maakproces teruggaan gaan de engineering. “De maakbaarheid wordt beter en het maakproces en de inspectie worden efficiënter.” Tegelijk toont de ervaringen van TFH Technical Services en Valkwelding aan dat de 3D modellen 100% goed moeten zijn. Dat is nog een uitdaging, aldus Leo Broers. Maar ook op dit punt komen er steeds meer tools om de kwaliteit van het 3D model te controleren.

Meer informatie over de MBD Meet & Learn Community