Het Amerikaanse GE is bezig grote stappen te zetten in additive manufacturing. De Power and Water divisie heeft geïnvesteerd in een laagopbouwmachine met een laserbron met een vermogen van 1 kW. Vooralsnog gebruikt GE de machine in de ontwikkelfase van producten, die hiermee met maanden wordt ingekort.

Concerns als GE zeggen er nooit bij welke machine ze kopen. Het kan echter haast niet dan dat het om een machine van SLM Solutions gaat. In het persbericht van GE Power and Water zegt Jon Schaeffer, senior manager materials and processing engineering, dat het om een machine gaat met twee laserbronnen die gelijktijdig kunnen worden ingezet. Die heeft SLM Solutions verleden jaar op EuroMold in Frankfurt gepresenteerd. Tijdens dezelfde beurs lanceerde concurrent ConceptLaser ook een industriële machine voor het 3D printen van metaaldelen. Deze (XLIne 1000R) heeft een 1 kW laserbron aan boord.

 

Maanden sneller ontwikkelen
Hoe dan ook: GE gaat de nieuwe machine inzetten voor de ontwikkeling van onderdelen voor powerplants turbines. Schaeffer zegt dat de 3D printer innovatie versnelt en het mogelijk maakt om nieuwe ideeën sneller te testen. “We halen maanden uit de ontwikkelingscyclus met deze technologie. Er is een tijd geweest waarin we nieuwe designs niet konden testen omdat we de onderdelen niet konden maken. 3D printen laat zien of de engineers een kansrijk concept hebben.” Volgens de GE engineer is het bouwvolume van de additive manufacturing machines de laatste vijf jaren met een factor 50 toegenomen. Jon Schaeffer heeft de additive manufacturing technologie overigens afgekeken bij de luchtvaartdivisie van GE, waar hij voorheen werkte.

Procesbewaking 3D printen
Een van de problemen waarje bij 3D printen tegenaan loopt, is dat de technologie zo nieuw is dat er amper goede methoden zijn om de kwaliteit van het bouwproces te bewaken. Daar heeft men bij GE Aviation nu iets voor bedacht. De luchtvaartengineers ontwikkelen momenteel een systeem dat data van het opbouwproces verzamelt en analyseert om te zien of er mogelijke probleemspots zijn, bijvoorbeeld omdat de temperatuur ergens afwijkt. Als de smelt namelijk te klein is, zal de temperatuur lager zijn; is de temperatuur hoger dan zou moeten, kan dit duiden op een te grote smelt. Sensoren registreren daarom tijdens de laagopbouw, evenals camera’s die beelden maken en pyrometers die ingezet worden. Een door GE ontwikkeld algoritme analyseert deze immense databrij. Deze gegevens worden later gecombineerd met röntgenopname. GE verwacht dat hiermee het productieproces van 3D geprinte metalen componenten met zo’n 25 procent kan worden versneld.

Foto en video: GE 

Meer informatie
GE (website over nieuwe technologie)

Pin It on Pinterest