De Nederlandse start-up 3DPPM hoopt in 2016 een fabriek te kunnen opschalen waar polyamide poeder dat in 3D-printers is gebruikt, opgewaardeerd wordt zodat het opnieuw als virgin materiaal in 3D-printers kan worden ingezet.

 

Start-up krijgt als een van de eerste een Take-Off lening

3DPPM heeft als een van de eerste start-ups een lening van het Rijk gekregen uit de nieuwe Take-Off regeling. Dit is een stimuleringsregeling voor startende bedrijven die nog in een vroege fase van een innovatieve bedrijvigheid zitten. Bij het Eindhovense bedrijf gaat het om een technologie om kunststof poeder voor 3D-printers dat al in de machine is geweest, te behandelen en zodanig op te waarderen, dat het opnieuw gebruikt kan worden. Ferdi Verboom, samen met Olaf van Duren oprichter van 3DPPM, heeft deze technologie aan de TU/e ontwikkeld.

Grote afvalstroom hergebruiken
Het poeder dat niet in het product terecht komt, leidt nu nog tot een afvalstroom bij 3D-printen. En dat is een behoorlijke grote afvalstroom, zegt Olaf van Duren. Bij het lasersinteren van kunststof poeders komt doorgaans slechts 10 tot 20 procent van het poeder in het product terecht. Holle ruimtes zijn bijvoorbeeld gevuld met poeder als het product klaar is. Dat materiaal wordt weer verwijderd. “Omdat het onderhevig is geweest aan een thermische behandeling heeft het poeder niet meer dezelfde kwaliteit als oorspronkelijk. Daardoor kun je het niet meer gebruiken”, schetst Olaf het huidige probleem. Zowel uit het oogpunt van kosten, milieu alsook efficiënt gebruik van grondstoffen, is dat geen goede zaak. “Je kunt niet 80% van je materiaal blijven weggooien.”

Pin It on Pinterest