expertisecentrum 3D print

Een aantal partijen is een expertisecentrum gestart voor de ontwikkeling van polymere 3D print materialen. Het onderzoekscentrum is gevestigd op Chemelot Campus in Geleen.

De initiatiefnemers zien de ontwikkeling van materialen namelijk achterblijven bij die van de 3D printers.

 

“De polymere 3D print materialen die nu in FDM-printers worden gebruikt, zijn niet ontwikkeld voor 3D printen maar voor heel andere processen”, zegt Cyriel Mentink van Chill (Chemelot Innovation and Learning Labs), samen met het FabLab Maastricht, Zuyd Hogeschool, Universiteit Maastricht, Chemelot en Industriebank LIOF de initiatiefnemer voor het Expertisecentrum voor Polymere Materialen voor Additive Manufacturing. De kunststoffen die nu gebruikt worden voor additive manufacturing, zijn ontwikkeld om onder druk te worden vervormd. Bij de FDM-technologie, de printtechniek waarop men zich in eerste instantie richt, speelt de factor tijd een belangrijke rol en vervalt de druk. Op 20 juni vindt op Chemelot de eerste 3D Printing Materials Conference plaats

Terug naar de tekentafel

Jules Harings, polymeer engineer en associate professor aan Universiteit Maastricht, zei tijdens zijn presentatie op Materials ook al dat de huidige polymeerketens eigenlijk niet geschikt zijn voor het 3D printen. Terug naar de tekentafel is misschien wel de beste oplossing. “De achilleshiel is de processnelheid. Om goede mechanische eigenschappen te krijgen, hebben we tijd nodig. Maar die is er bij 3D printen niet. We moeten die tijd dus zelf creëren.” Harings denkt dat dit kan door polymeerketens volledig opnieuw te ontwerpen, zodat de materialen na het afkoelen zelf hun gewenste mechanische eigenschappen vormen. Op dit moment experimenteren onderzoekers met het toevoegen van additieven.

3D print materialen: ontwikkeling blijft achter bij hardware

State of the art apparatuur

Cyriel Mentink van Chill ziet de vraag naar betere kunststoffen voor het FDM-proces groeien. Voor grote bedrijven, zoals de kunststofproducenten Sabic en DSM, is deze markt momenteel nog te klein. “Bovendien is de markt anders dan zij gewend zijn. 3D printen wordt momenteel vooral gedomineerd door de consument.” Chill, waarin het onderwijs en het bedrijfsleven samenwerken, kan die uitdaging beter oppakken. De keuze voor kunststoffen heeft alles te maken met het feit dat de partijen daar goed in zijn en dat Chill over een state of the art infrastructuur voor het testen van kunststoffen beschikt.

Ook andere materialen

Hoewel het expertisecentrum sinds kort een feit is, zoekt men nog aanvullende financiering om sneller vooruit te kunnen. “We zijn laagdrempelig gestart. Bedrijven kunnen met hun onderzoeksvragen op dit vlak bij ons terecht”, legt Mentink uit. “We zoeken nu extra financiële steun omdat we dan sneller vooruit kunnen.” Op langere termijn wil het expertisecentrum zich ook richten op andere materialen voor 3D printen, zoals biologische materialen, nanostructuren, metaal-kunststof combinaties en vezelversterkte onderdelen. Het expertisecentrum wil het centrum worden van een groot aantal 3D printactiviteiten in de regio.

 

Meer informatie

Chill (Chemelot Innovation and Learning Labs)

Pin It on Pinterest