productiekosten

De kostenstructuur voor de maakindustrie is wereldwijd zo sterk veranderd in de laatste tien jaar, dat de perceptie van low cost en high cost landen niet meer klopt.

Dat concludeert de Boston Consulting Group in een recente studie naar globale productiekosten. Nederland heeft volgens dit onderzoek de concurrentiekracht verbeterd. België scoort aanzienlijk slechter.

Aan het begin van deze eeuw was het voor inkoopmanagers nog gemakkelijk. Zocht je lage productiekosten, dan moest je in Oost Europa of Azië zijn. West-Europa was niet aantrekkelijk vanwege met name de hoge lonen. Jammer voor de reisbusiness, maar de Europese inkoopmanager die nu op zoek is naar een land waar tegen lage kosten geproduceerd wordt (waarvan je je kunt afvragen of dat je uitgangspunt moet zijn), hoef niet meer ver te reizen.

Nederland versterkt positie door productiviteitsgroei

Index meet productiekosten

De Boston Consulting Group geeft een nieuwe index ontwikkeld: de BCG Global Manufacturing Cost-Competitiveness Index. Deze index brengt de ontwikkelingen in de productiekosten wereldwijd in beeld over de afgelopen 10 jaar. Er wordt met vier belangrijke factoren rekening gehouden: de lonen, de groei van de productiviteit, de energiekosten en de wisselkoersen. De 25 landen die onder de loep zijn genomen, produceren samen zo’n 90 procent van de wereldproductie van de maakindustrie.

Boston Consulting Group
De opbouw van de productiekosten. (Bron: BCG)

Wat blijkt uit de studie? Brazilië is tegenwoordig een van de duurste landen om te produceren. En het Verenigd Koninkrijk is thans de goedkoopste locatie voor de maakindustrie in heel West Europa. In Mexico kun je goedkoper produceren dan in China, terwijl de productiekosten in Oost-Europa op ongeveer hetzelfde niveau liggen als in de VS. Zes van de tien goedkoopste landen bevinden zich nog in Azië, de rest in Oost Europa en Noord Amerika.

productiekosten
Mede door manarm te gaan werken slaagt de Nederlandse maakindustrie erin de productiviteit te verhogen.

Oost Europa minder aantrekkelijk

“Veel bedrijven baseren hun beslissingen over investeringen in productiecapaciteit nog op gedateerde denkbeelden”, zegt Harold Sirkin, senior partner bij de Boston Consulting Group en mede-auteur van het rapport. “Zij zien Noord Amerika en West Europa nog steeds als dure landen en Azië, met name China, als een goedkoop land. In feite heb je tegenwoordig goedkope en dure landen in alle regio’s van de wereld.” Veel van de vroeger goedkope landen hebben aan concurrentiekracht ingeboet. In Oost Europa gaat het met name om Polen, Tsjechië en Rusland die hun aantrekkelijkheid hebben verloren. Dat komt volgens de onderzoekers vooral doordat de lonen fors zijn gestegen, terwijl de groei van de productiviteit achter is gebleven. Bovendien hebben die landen ook nog eens te maken met scherpe stijgingen van energieprijzen. De bedrijven in de VS profiteren juist van de goedkope energie.

Nederland doet het beter

Nederland, zo staat in het rapport, heeft goed stand gehouden door de gestage productiviteitsgroei, waardoor Nederland net als het Verenigd Koninkrijk de eigen concurrentiekracht ten opzichte van de omringende landen versterkt heeft. Volgens de onderzoekers doen bedrijven die willen investeren in andere landen er goed aan om hun visie op kostenstructuren te herzien. Als enig land in West Europa heeft Nederland zich verbeterd en het staat op een 6e plaats. De index staat hier op 111 (China 96, de VS 100). België staat op de 9e plek (index 123). In 10 jaar is de index van productiekosten in België met 10 punten gestegen, terwijl in dezelfde periode deze in Nederland met 1 punt daalde.

Meer informatie

Bekijk hier de presentatie van het onderzoek
Boston Consulting Group

 

1 gedachte over “Low cost en high cost: de wereld van productiekosten staat op zijn kop

Reacties zijn gesloten.

Pin It on Pinterest