Hartford PBM135

De maakindustrie in de Benelux herstelt snel van de impact van de Covid-19 pandemie. In België lagen de activiteiten in juni alweer op 86% van het niveau van voor de uitbraak, blijkt uit nieuwe cijfers van Agoria. In Nederland is bij 69% van de Metaalunieleden de omzet in het tweede kwartaal afgenomen. Het aantal bedrijven dat vertrouwen heeft de crisis goed door te komen, is opnieuw gestegen en staat nu op 81%. Een volledig herstel lijkt echter in beide landen nog ver weg.


Agoria en Koninklijke Metaalunie houden vanaf het begin van de Covid-19 pandemie de vinger aan de pols door regelmatig bliksemonderzoeken te houden. Daarbij lijken de zwartste randjes wel af te gaan van de verwachtingen die de ondernemers hebben.

Nog geen volle bezetting dit jaar

Dat neemt echter niet weg dat, hoewel veel bedrijven het moeilijk vinden om ver vooruit te kijken, de algemene verwachting in België toch is dat het productieverlies dit jaar niet meer wordt goedgemaakt. Gemiddeld verwacht men in Q4 van dit jaar op 90% van de productie uit te komen; grote bedrijven zijn somberder dan gemiddeld. Vraaguitval is de grootste boosdoener, daarnaast wordt een kwart van de bedrijven nog steeds beperkt door problemen met de bevoorrading van grondstoffen en onderdelen. In Nederland rekenen de ondernemers op een stabilisatie in Q3 ten opzichte van Q2. In Nederland heeft momenteel 80% van de maakbedrijven te maken met een afnemende portefeuille.

Financieel onder druk

De daling lijkt dus mee te vallen, als je bedenkt dat de marges al langer onder druk staan zijn de financiële gevolgen flink. Uit de laatste enquête van Agoria blijkt dat 13% van de Belgische techbedrijven nu al acute financiële moeilijkheden heeft. Dat is weliswaar iets minder dan in mei, maar 25% van de bedrijven in de Belgische technologiesector voorziet wel financiële problemen in de toekomst. Ook dat is aanzienlijk lager dan de 37% van vorige maand, maar is nog steeds een zeer hoog cijfer. Dit toont volgens Agoria aan dat een heropstart naar 100% noodzakelijk is om terug tot een gezonde financiële situatie te komen. In Nederland ervaart 40% van de bedrijven de afnemende liquiditeitspositie als een probleem. Een kwart van de bedrijven verwacht binnen een halfjaar liquiditeitsproblemen te krijgen; een derde binnen een jaar.

Nederland: 60% gebruikt overheidssteun; Belgie slechts 47%

De overheidsaanpak in Nederland en België verschilt nogal. Heeft dat effect op de mate waarin bedrijven er gebruik van maken? In België doet minder dan de helft (47%) van de bedrijven een beroep op financiële en fiscale steunmaatregelen. De voornaamste reden die bedrijven hiervoor opgeven is dat het in wezen gaat om uitstel van betalingen die later toch ingehaald moeten worden. Op de overbruggingskredieten binnen het bankenplan wordt slechts zeer beperkt een beroep gedaan. Binnen de huidige regeling blijkt dit in veel gevallen een weinig geschikt instrument. Een uitbreiding van de looptijd van het overbruggingskrediet tot 3 jaar en een betere regeling van de overheidsgarantie zijn noodzakelijk en dat voor alle ondernemingen. Belgische bedrijven kunnen wel een beroep doen op technische werkloosheid: die is afgenomen tot 12% en geldt als een belangrijk instrument om geen mensen te hoeven ontslaan. In Nederland maakt 60% van de bedrijven gebruik van de NOW 1 subsidie, waarbij de overheid een belangrijk deel van de loonkosten overneemt. 56% denkt gebruik te gaan maken van de NOW 2 regeling. Verder maken veel bedrijven gebruik van de mogelijkheid om het betalen van belastingen uit te stellen. Maar ja, uitstel is geen afstel, Daar hebben de Belgen gelijk in.

Pin It on Pinterest