De maakindustrie verandert snel: het kapitaal dat nodig is voor investeringen in alsmaar complexere, geautomatiseerde machines én digitalisering is groot. Dat zorgt voor consolidatie bij de koplopers in de verspaners. Maar de kleinere maakbedrijven blijven onmisbaar in de ketens. Grote spelers moeten daarom hun ketenverantwoordelijkheid nemen, vindt FPT VIMAG voorzitter Eddo Cammeraat. Hij ziet tevens een rol voor de branchevereniging weggelegd om de ketens bij elkaar brengen. “Alles draaide tot nog toe om de TechniShow, onze beurs. Maar als branchevereniging moet je meer bieden dan een beurs.”


Eddo Cammeraat kent het klappen van de zweep. Hij loopt al vele jaren mee in commissies van FPT VIMAG, met name de TechniShow commissie en de vakgroep Productieautomatisering. Voor het eerst vervult hij nu een bestuursfunctie. Vlak voor de zomer heeft hij de voorzittershamer overgenomen van André Gaalman, die met twee termijnen de maximale tijd erop heeft zitten. Eddo Cammeraat neemt naast de ervaring in de VIMAG-commissies ook bestuurservaring uit de FEDA mee, de Federatie Aandrijven en Automatiseren. Naast machine- en gereedschappenimporteur Laagland heeft hij namelijk nog een tweede bedrijf, De Graaf Aandrijvingen. Deze bestuurservaring van de FEDA is voor hem belangrijk. “Qua ontwikkeling als branchevereniging loopt de FEDA vooruit de FPT VIMAG”, zegt hij.


Losmaken van de beurs

Beide verenigingen zijn ontstaan vanuit succesvolle vakbeurzen. De FEDA heeft zich daar al jaren geleden van losgemaakt. Die stap wil Eddo Cammeraat nu met FPT VIMAG maken. De vereniging is nog steeds eigenaar van het merk TechniShow. Dat blijft ook zo. “Maar we moeten er los van komen. De beurs is een middel, geen doel. Een branchevereniging moet meer bieden dan een beurs”, zegt de nieuwe voorzitter. De markt vraagt om ketenintegratie; om samenwerking binnen de ecosystemen in de maakindustrie, of dat nu hightech is, scheepsbouw, automotive of luchtvaart. “We moeten veel meer samenwerken met andere brancheverenigingen zoals de NEVAT. Door verticaal samen te werken, kunnen we veel van elkaar leren.” Dat is volgens hem  de opdracht voor de sector: de maakindustrie slimmer laten produceren door samen te werken. Daar wordt uiteindelijk iedereen beter van, want de concurrentie speelt zich op de wereldmarkt af. Eddo Cammeraat wil dat niet alleen doen door bij elkaar op de koffie te gaan. Hij wil daadwerkelijk te stap zetten naar kennisontwikkeling. “Wij hebben verstand van hightech machines, automatisering en robotica. Laten we die kennis bundelen met de kennis in de maakindustrie zelf en dan nadenken over nieuwe concepten en daarover publiceren.” Daar volgt dan quasi vanzelf nog een andere stap uit: een soort van FPT-VIMAG Academy. De opdrachten worden complexer, technologie verandert, er komt nieuwe technologie bij zoals additive manufacturing en digitalisering. “Het tweede punt dat van belang is, is dat we onze kennis delen met opleidingsinstituten. En vanuit de samenwerking nadenken over hoe we kennis verbreden, medewerkers beter opleiden en aan ons binden.”


De traditionele verkoper verdwijnt. Er komt een nieuwe voor terug die meer verstand heeft van bedrijfsprocessen. Als verkoper zul je meer naar het proces moeten gaan kijken, rekenen met cyclustijden

— Eddo Cammeraat


Niet de koplopers bepalen het tempo

Eddo Cammeraat praat bewust over méér dan alleen het hightech cluster rond ASML, hoe belangrijk dat ook voor de sector is. Hij wijst op succesvolle maakclusters voor de vliegtuigbouw, scheepsbouw en ook in de energietransitie begint een cluster te ontstaan. “We leveren vanuit Nederland aan de hele wereld.” De kracht van deze ketens is dat de maakindustrie in Nederland ontzettend flexibel is. “Dankzij de kleine bedrijven”, benadrukt hij. “Hierdoor kunnen we kleine series tegen een goede prijs produceren en slim nieuwe producten ontwikkelen.” Als geheel zorgt de Nederlandse maakindustrie voor veel werkgelegenheid én export. Deze kleine bedrijven moeten gekoesterd worden. Het rapport over de verspanende industrie, dat FPT VIMAG afgelopen voorjaar samen met Nevat door ABN AMRO heeft laten opstellen, toont echter aan dat de kloof tussen de koplopers, de industriële verspaners, en de kleine jobbers groter wordt. “Er is een consolidatie gaande. Sommige bedrijven worden opgeslokt door private equity. Hierdoor krijgen ze toegang tot kapitaal dat ze nodig hebben om bij te blijven met technologie, machines en automatisering”, zo vat Eddo Cammeraat een van de conclusies van het rapport samen. Hij zegt niet verrast te zijn door het beeld van de consolidatie, die in de verspaning behoorlijk ver is. “Dat verrast me niet. Ik weet welk kapitaal er nodig is voor de investeringen. Ik ben verrast door het tempo.” Hij is positief over het gegeven dat de meeste bedrijven die opgaan in zo’n industriële verspaner hun eigen identiteit behouden. Wat hem zorgen baart is het tempo waarin deze industriële verspaners zich doorontwikkelen. “De ontwikkelingen moeten wel parallel blijven aan die in de rest van de sector. De afstand tussen de clusterbedrijven en het kleine MKB wordt hierdoor groter. Vooraan in de keten gaan dingen sneller, maar uiteindelijk wordt het tempo bepaald door de derde en vierde laag. Niet door degenen die voorop lopen.” Daar ligt de uitdaging in zijn ogen, om juist de kleinere bedrijven mee te krijgen in de digitalisering. Grote bedrijven bedruipen zich wel, die weten de weg te vinden. Het MKB heeft echter niet toegang tot al die bronnen. “Die moeten we wegwijs maken. Met VIMAG en Nevat kunnen we samen veel meer een kennisinstituut worden en de kennis verdelen in de markt.”


Kleine bedrijven blijven nodig

Want de grote groep kleine bedrijven die hun geld verdienen door uren te maken, blijven nodig om internationaal als cluster succesvol te zijn. Eddo Cammeraat: “Kleine bedrijven die desnoods in het weekend onderdelen maken als dat nodig is, we hebben die echt nodig.” Ook zij moeten automatiseren en digitaliseren; dat vraagt kennis en aanpassing. Dat kost tijd. “Dat kun je niet forceren”, zegt de FPT-VIMAG voorzitter. Leveranciers en gebruikers moeten dichter bij elkaar komen. Hij vindt dat de grote spelers hierin hun eigen verantwoordelijkheid hebben om de kleinere spelers mee te helpen deze stappen te zetten. “Bij de grote bedrijven zit kennis; zij hebben een leidende rol. Maar uiteindelijk zijn we afhankelijk van elkaar. Hun ketenverantwoordelijkheid wordt steeds belangrijker.”

Gaan machinefabrikanten hun verdienmodel moderniseren? Vaak hoor je over vernieuwing van verdienmodellen, bijvoorbeeld betalen naar gebruik. Sommige machinefabrikanten bieden dit al aan. Eddo Cammeraat heeft daar weinig mee op. “Pay per use is in sommige sectoren al heel normaal, maar bij ons is dat lastig omdat machines nog geen commodity zijn. Vaak zijn het custom made machines. Kun je dan de machine nog ergens anders kwijt als je deze terugneemt?” De markt is volgens de FPT-VIMAG voorzitter nog niet klaar hiervoor. “Ik kan me voorstellen dat het een wens is, maar er zitten nog haken en ogen aan om dit door te voeren. Onderhoud blijft de basis van ons verdienmodel. En ik zie die beweging ook nog niet bij de fabrikanten.”


Traditionele verkoper verdwijnt

Welke invloed heeft deze consolidatie op de sector die hij als voorzitter van FPT VIMAG vertegenwoordigt, de machine- en gereedschappenleveranciers? Kunnen al die kleine technologieleveranciers de vraag van de koplopers nog wel bijbenen?

Eddo Cammeraat ziet de rol van de VIMAG-leden wel veranderen. Kennis wordt steeds belangrijker; marketing krijgt een nieuwe invulling. “De traditionele verkoper verdwijnt. Er komt een nieuwe voor terug die meer verstand heeft van bedrijfsprocessen. Als verkoper zul je meer naar het proces moeten gaan kijken, rekenen met cyclustijden.” Hij geeft als voorbeeld de opmars van tool management systemen, die een heel andere aanpak vragen dan de verkoop van gereedschappen. “Het is een totaal andere business waarin alles draait om het proces.’ Daarnaast kampt elk lid van de branchevereniging met een tekort aan vakmensen, ook de machineleveranciers, terwijl de vraag naar service juist toeneemt. Toch ziet hij nog geen tekenen van consolidatie aan de leverancierskant, noch een toename van het aantal directe vestigingen van fabrikanten. “Nederland is te klein om als fabrikant hier zelf te opereren. Het aantal machines dat we elk jaar verkopen groeit namelijk al een aantal jaren niet.” Ook daarom vindt hij kennisontwikkeling als branche belangrijk, net als acties om als werkgever aantrekkelijk te blijven.


De generatie Z

De werkgevers, zowel aan de leverancierskant als aan de kant van de producerende bedrijven, zien namelijk een jonge generatie werknemers op zich afkomen voor wie werken niet langer het belangrijkste in het leven is. Ze willen vaak niet meer dan 32 uur in een week werken; liefst minder. “We zullen deze kortere werkweek in veel gevallen moeten accepteren”, meent Eddo Cammeraat. Dat vraagt veel van bedrijven. “We moeten medewerkers anders gaan aansturen; motiveren, stimuleren, enthousiast houden. Werk is geen doel meer voor hen, maar een middel.” Hij realiseert zich dat dit niet gemakkelijk is. “Maar wij gaan de maatschappij niet veranderen.” Met name voor de kleine maakbedrijven zal dit een hele uitdaging zijn. “Maar voor alles bestaat een oplossing. Dus meer samenwerken in de keten is cruciaal. Vroeger waren we concurrenten van elkaar, nu werken we samen, praten we onderling over hoe we organisaties inrichten en praten we over de verticale samenwerking in de keten.”

CO2 registratie Een punt dat Eddo Cammeraat zorgen baart, is de dwingende regelgeving omtrent milieu die vanuit Brussel komt. Grote bedrijven worden gedwongen de CO2 emissie van hun producten te rapporteren. De grote bedrijven die uitbesteden zullen namelijk hun toeleveranciers naar CO2 cijfers gaan vragen. Daarmee komt er indirect toch een registratielast bij het MKB. “Ik snap dat men de CO2 footprint in kaart wil brengen, maar als dit het middel daartoe is, krijgen de kleine bedrijven een administratieve belasting die zijn weerga niet kent. ”Hij noemt de regelgeving bovendien een papieren gedrocht. “De foutmarge in de hele registratie is zo groot dat je je kunt afvragen wat het uiteindelijk oplevert?”

Dit artikel staat ook in de najaarseditie van Solutions Magazine. Klik hier om het hele magazine te lezen.

Pin It on Pinterest