Industrie mist kansen door slechte communicatie over duurzaamheid

Door gebrekkige communicatie van het topmanagement over duurzaamheidsinitiatieven, missen bedrijven in de producerende industrie kansen. Die conclusie trekt Essentra PLC op basis van het State of Manufacturing 2023 Report. Uit het rapport blijkt dat maakbedrijven duurzaamheid niet langer als een noodzakelijke verplichting zien, maar een potentiële ‘win-win’ situatie voor alle betrokkenen.

De cijfer over duurzaamheid dat de deelnemers aan het onderzoek, gehouden onder de productie-industrie in het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Duitsland, lijken teleurstellend. Drie op de vier bedrijven neemt momenteel initiatieven op het gebied van duurzaamheid. Richard Sederman, M&A and Strategy Director bij Essentra PLC, gelooft echter dat de realiteit dichter bij 100 procent van de bedrijven ligt. Buiten de directiekamers zijn de initiatieven echter niet altijd bekend.

Conclusies uit resultaten State of Manufacturing Report 2023

Afstemming inkoop- en duurzaamheidsteams

“Veel van de junior- en middenkader ingenieurs die aan het onderzoek hebben deelgenomen, hebben niet dezelfde zichtbaarheid op duurzaamheidsinitiatieven als het C-level management”, verduidelijkt Sederman. “Dit kan gevolgen hebben voor het bedrijf. Wij hebben zelf ervaren hoe we zaken kunnen winnen of verliezen wanneer de inkoop- en duurzaamheidsteams niet goed op elkaar zijn afgestemd, en dit is in hoge mate een kwestie van communicatie en bewustzijn.” Het gevolg van deze gebrekkige communicatie kan bijvoorbeeld zijn dat bijna een op de drie Duitse en Nederlandse engineers (32%) het streven naar net zero als een belemmering ervaart. In het Verenigd Koninkrijk ligt dit percentage op 17 procent. Daar ziet 61 procent van de ingenieurs duurzaamheid als een kans; in Duitsland en Nederland is dat slechts 52 procent.

Focus op grondstoffen

Van de ondervraagden die wel van de hoed en de rand weten als het om duurzaamheidsplannen van de onderneming gaat, geeft 62 procent aan dat de focus ligt op inkoop van duurzame grondstoffen. 60 procent noemt recycling en 44 procent investeringen in energie-efficiëntie. 63 procent van de ondervraagde engineers is ook bezig te kijken hoe ze de keten duurzamer kunnen maken.

Energiecrisis zorgt voor impuls

De energiecrisis heeft de duurzaamheidsagenda in de gehele industrie een impuls gegeven: “Elk goed bedrijf is er nu gericht op om meer energie-efficiënt te worden,” vervolgt Sederman. “En de stijgende energieprijzen versnellen het rendement op investeringen in duurzame energie. De terugverdientijd is nu veel korter, waardoor investeringen aantrekkelijker worden.” Uit het rapport blijkt dat duurzaamheid niet langer als een noodzakelijke verplichting wordt gezien, maar een potentiële ‘win-win’ situatie voor alle betrokkenen is. Volgens Sederman is het niet langer alleen maar het tevreden houden van corporate governance, maar is het inmiddels een zinvol en belangrijk onderwerp voor alle stakeholders: “Eindklanten zijn betrokken omdat het hun eigen duurzaamheidsagenda’s en -doelstellingen helpt ondersteunen. Investeerders zijn betrokken omdat zij in toenemende mate portefeuilles willen samenstellen die meer ESG-georiënteerd zijn. En overheidsinstellingen zijn eerder geneigd investeringen te doen in bedrijven die innovatie combineren met duurzaamheid. Het aantonen van een toewijding voor echte duurzaamheid is ook cruciaal voor het aantrekken en behouden van talent.”

Het volledige onderzoeksrapport is via deze link te downloaden.